Kronieken · Genealogie · Orakel
Vrouwelijk principe  · Rhedae  · Vreemde ervaringen  · Bron v Da Vinci-code  · Het Jezus testament  · Juweel in de Lotus
Verloren dag · Blanchefort · Montaragou · Bugarach

 

                                          

Kroniek van een bizarre ervaring buiten de tijd

 

               AD 2001

 

Het leven is mysterieuzer dan menigeen eigenlijk maar kan bevroeden. Of misschien wel zou wensen. 

We wensen nu eenmaal een vorm van zekerheid.

“Weten waar je aan toe bent” kan men dat noemen.

De mens is geneigd dat ver door te voeren, zo ontstond er een dermate grote zucht naar enige zekerheid dat maatschappijen daar een hoop geld mee konden verdienen.

Verzekeringen. Om verzekerd te zijn van……………….tja, van wat eigenlijk?

Enige zekerheid, weten waar je aan toe bent, is natuurlijk wel zo fijn. Al is het maar  om te kunnen overleven.

Om die reden begon de préhistorische mens al iets van een tijdrekening bij te houden. Dagen waren niet zo moeilijk. Die begonnen als het licht werd en hielden op bij het donker worden.

Seizoenen bij houden had een groter nut. Want er zijn nu eenmaal op zekere plaatsen seizoenen dat er nauwelijks aan voedsel valt te komen en dan kan men maar beter wat op voorraad hebben.

Naarmate de tijd vorderde wist men steeds nauwkeuriger de tijd bij te houden.

Wanneer men voor het eerst in staat zou zijn de tijd op zo’n manier bij te houden als wij heden ten dage gewend zijn, daar lopen de meningen over uiteen.

Bewijzen zijn er niet direct voor, althans niet dat soort bewijzen die men tegenwoordig zo graag wenst voordat men iets voor zeker aan wil nemen, maar de Soemerische cultuur gebruikte uiterst ‘toevallig’ al wel een getallenstelsel wat op 6 was gebaseerd. In tegenstelling tot ons huidige decimale stelsel maar wel volledig gelijk aan het stelsel waarmee wij uren en dagen berekenen!

Dat is toch wel opmerkelijk te noemen, als men nagaat dat met tien vingers rekenen er al bij ieder kind sinds mensenheugenis wordt ingegoten.

De oude Egyptische cultuur, die van de bouwers der Piramiden, heeft waarschijnlijk ook een uiterst nauwkeurige tijdrekening gekend.

En dan zijn die mysterieuze Maya’s er ook nog. Dit midden-Amerikaanse Indianenvolk  hadden een uiterst gecompliceerde wijze van rekenen ontworpen waarmee ze de tijd vooruit meenden te kunnen zien.

In een poging te weten waar men aan toe zou zijn in de toekomst. Wat men kon verwachten.

Tijd is zodoende reeds millennia uiterst belangrijk voor de mens.

Tegenwoordig zegt men:”Tijd is geld.”

En geld is belangrijk, dus tijd ook. Men meent altijd tijd te kort te komen. Slapen is verspilling van tijd zegt men.

Tja………………de mens is in staat zich een eigen werkelijkheid te creëren. De introductiepagina van de Chaoskronieken, waarin diverse scheppingsmythen aan de orde komen,  vertelt daar reeds over. Hoe er een werkelijkheid werd gedacht.

Maar dat wil nog niet zeggen dat dit dan de enige werkelijkheid zou zijn.

In theorie was dit ons al enige tijd bekend, maar theorie is toch nog niet precies hetzelfde als praktijk.

Wij zouden op een zeker moment volkomen onverwacht met de praktijk worden geconfronteerd van iets waarover we in theorie al  afwisten.

Het is dat verhaal wat we nu  gaan vertellen.

                                            ------------------------------------------------

                                            ------------------------------------------------

In de jaren negentig van de vorige eeuw waren we al  diep in vele onderwerpen gedoken die men in deze chaos aan kronieken terug kan vinden. Aan het einde van dat millennium waagden we ons er voor het eerst aan  wat op te gaan schrijven, uit angst dat het anders weer in de chaos verloren zou gaan.

Maar alles wat er in die chaotische periode opgeschreven werd was gebaseerd op kennis die weer ergens anders vandaan kwam. Het leek ons daarom wijs om ook eens zelf op onderzoek te gaan  op die plaatsen waarover was geschreven, soms krijgt men een geheel ander ‘beeld’  als men op de plaats zelf is geweest. Dan kan het een eigen ervaring worden in plaats van die van een ander.

Dat bracht ons op diverse plaatsen rondom de Middellandse zee. Die bron van menselijke beschaving.

Het betreft echter de reizen die we in het jaar 2001 zouden maken waar we het nu over gaan hebben.

Want door die reizen, en zelf denken we dan vooral, door de volgorde van die twee, zouden we iets mee gaan maken waarvoor niet echt een rationele verklaring te vinden lijkt.

Het jaar daarvoor waren we naar een belangrijke bron van de Europese beschaving geweest, waar zelfs de naam van dat werelddeel vandaan zou komen, namelijk het eiland Kreta.

Lang voor onze jaartelling zou beginnen had daar een beschaving van zeevaarders bestaan wat Columbus het schaamrood naar de kaken had doen stijgen.

Die beschaving zou echter van het ene op het andere moment volledig vernietigd worden.

Meer over dit onderwerp  vertelt het Orakel , elders in de kronieken.

We kwamen  op Kreta veel aan de weet over de religieuze overtuigingen van deze eerste Europeanen, waar zelfs de daar later arriverende  Grieken  veel aan  zouden ontlenen..  Dankzij de opgravingen te  Knossos .... 

 

                                                  

 

... onder andere uitgevoerd door  sir Arthur Evans,  kregen we een steeds duidelijker beeld van hoe men in het Mediterrane bekken tegen het leven hier op aarde had aangekeken, over de plaats van de mens in het grotere geheel,  en hoe men dit middels rituelen had proberen  uit te drukken.

Onze volgende reis werd hierdoor wel  duidelijk, we dienden naar die locatie toe te gaan waar men religie als het ware scheen  te hebben uitgevonden, oftewel Israël.

Het jaar daarop was ons plan om eerst per vliegtuig naar Israël te reizen  en daar dan die plaatsen te bezoeken die op zekere wijze van religieus belang waren geweest.  En natuurlijk ook doe plaatsen van ander geschiedkundig belang.

De kust leek ons belangrijk omdat we  daar dan naar  sporen konden  zoeken van dat andere grote volk van zeevaarders, de Feniciërs.

We hadden namelijk uitgevonden dat dit volk het grootste deel van  hun kennis over de zeeën enkel maar van de bewoners van Kreta konden hebben geërfd. Want deze eilandbewoners hadden aan de kust van Palestina eveneens handelsnederzettingen gehad en hier hadden zij  als ‘kaftor’  bekend  gestaan. Gaza  herinnert hier nog aan.

Daarnaast wensten we om meerdere redenen de rots Masada aan de Dode Zee te bezoeken. Meer over onze beweegredenen daartoe is elders in de kronieken terug te vinden, in het omstreden ‘Jezus-Testament’.

En natuurlijk  wilden we proberen de voetsporen van Jezus en Maria Magdalena volgen, met een klein beetje de nadruk op die laatste.

Jeruzalem, Olijfberg, Kana, Nazareth, meer van Galilea………

Maar onze reisplannen gingen nog verder. Het was dat jaar onze bedoeling om het kielzog van Maria dan nog verder te gaan volgen, namelijk naar waar ze op een later tijdstip in haar leven   toe zou gaan reizen.

Want als er één ding is waar verschillende verhalen  duidelijk over willen zijn, dan is het wel dat Maria Magdalena na Jezus’  kruisiging op een gegeven moment met een schip naar het zuiden van Frankrijk zou zijn gereisd. Samen met een heel gezelschap, waar ze echter na aankomst niet bij zou blijven.

                                                        

 

Nu hadden we dat jaar  niet de mogelijkheid om, net als Maria, die reis vanuit Israël per schip af te leggen. Wij moesten eerst met het vliegtuig terug naar

                                                                 

 

om van daaruit dan met eigen vervoer naar de plaats toe te gaan waar Maria met haar gezelschap het eerst voet op Europese bodem zou gaan zetten. Dat was in Frankrijk  in het plaatsje Saintes Maries de la Mer, aan de monding van de rivier de Rhône.  In de tijd van Maria, de eerste eeuw van onze jaartelling,  heette dat plaatsje echter nog Raetis en maakte deel uit van het Romeinse keizerrijk.

Vanaf het moment van haar aankomst daar beginnen de verhalen over haar leven wat te verschillen. Ze zou het evangelie onder de geromaniseerde burgers van Gallië  hebben verkondigd en zich daarna hebben teruggetrokken in een grot, ‘slechts getooid door heur haar.’

 

                                                              

Men zou er in de Middeleeuwen van overtuigd raken dat deze grot zich in de Provence bevond, nabij het huidige St. Maximin la Ste Baume in de Provence.  Dit is dan ook een belangrijke bedevaartplaats geworden waar men tot vandaag de dag nog op 22 Juli feesten ter ere van Maria Magdalena viert.

Maar op een heel andere plaats in dat zuiden van Frankrijk, namelijk in de Languedoc, is men er waarschijnlijk nog veel langer  van overtuigd geweest dat  Maria daar naartoe door zou zijn gereisd.. Er zijn vele kerken en plaatsen aan haar gewijd hier en even zovele verhalen over haar bekend.

                                        

Dit gebied zou altijd op een bijzondere wijze met het vrouwelijke zijn omgesprongen, Bijzonder op die manier, dat het nogal afweek van hoe men in de middeleeuwen doorgaans met vrouwen omging.

Elders in de kronieken wordt daar wel nader op ingegaan maar het volstaat nu om te zeggen dat wij grote interesse in dat gebied hadden gekregen en besloten vanuit de havenplaats Stes Maries door te reizen naar dit gebied.

 

Maar  zo kwamen we dus eerst  in les Saintes Maries de la Mer aan. Een modern plaatsje met een jachthaven en een wel erg vreemd aandoende kerk, het lijkt eerder op een vestingwerk dan een ‘Godshuis’.

                                    

 

Het is tegenwoordig een echte toeristenstad, met alles wat daarbij hoort, maar er vallen wel direct een paar zaken op. En dat is voornamelijk de winkeltjes met wel erg zigeunerachtige kleding. Dat verraadt dan meteen dat de zigeuners van oudsher grote interesse in deze plaats hebben. Met een duidelijke reden.

Het verhaal wil namelijk dat er bij het eerste-eeuwse reisgezelschap van overzee

 

                                                      

 

wat deze haven, die toen nog Raetis heette, aandeed  zich niet enkel drie Maria’s zouden hebben bevonden maar ook een ‘zwarte’ dienstmaagd die naar de naam Sarah luisterde. En deze Sarah wordt nu juist door zigeuners beschouwd als één van hen in vroeger dagen.

In het vestingachtige kerkje bevindt zich een zogenaamde ‘zwarte Madonna’ ----een Mariabeeld met of zonder kind op schoot waarvan het gezicht zwart of donkerbruin is----- en volgens de zigeuners zou dit een afbeelding van Sarah zijn die één van hen was..

 

                       

 

Het is de gewoonte dat de zigeuners dit beeld in de maand mei ieder jaar met groot vertoon naar de zee dragen en haar even ritueel onderdompelen.

 

                               

De vrouw en het water. Het mag dan nu wel  een katholiek ritueel zijn, het verraadt echter grote ‘heidense’  invloeden.  Neem nu bijvoorbeeld Afrodite------ ook weer zo’n Griekse godin met Kretenzische Minoïsche ‘roots’, want zij zou op wonderbaarlijke wijze zijn verwekt nadat haar vader, Uranus,  werd  ‘ontmand’  door de god Kronos----- Afrodite werd vrijwel  altijd uitgebeeld met een schelp omdat zij uit het water zou zijn gekomen, bij Cyprus.

 

                                                                

De naam Maria, afgeleid van het Hebreeuwse Miriam,  betekent overigens ‘bittere, zilte traan’.

De mens verbindt het vrouwelijke namelijk al heel erg lang aan het element water. En daar zijn verschillende mogelijke verlklaringen voor.  Zo is er het vruchtwater wat breekt vlak voor de geboorte, en dan is er ook nog de maandelijkse ongesteldheid die gelijk met de maan loopt.  En die maan heeft weer grote invloed  op het water omdat getijden als eb en vloed enkel maar ontstaan door de invloed van dit hemellichaam. En dit wist men al erg lang.

Maar nu we het toch zojuist over de betekenis van namen hadden, de naam Sarah----zoals de jonge vrouw in het gezelschap der Maria's zou hebben geheten---- betekent ‘prinses’  in het Hebreeuws.

 

Zou dit soms een zekere bedoeling hebben gehad?

Voor de rest is er niets in de plaats Saintes Maries de la mer te vinden wat specifiek aan Maria Magdalena herinnert. Enkel maar die twee andere Maria’s, Maria Salomé en Maria Jacobé, worden hier in ere gehouden.  Hun gebeente kan men dan ook bewonderen in het kerkje.

 

                                                   

Deze twee dames, ‘tantes’  van Jezus zegt men,  zouden het reizen zat zijn geweest  en ze bleven daarom tot hun dood in de havenplaats.

Overal kan men wel afbeeldingen van hen zien.

Wat men ook veelvuldig ziet in Saintes Maries is een mysterieus symbool van de zigeuners.

 

                                                  

‘La porte de Bonheur’ genaamd, oftewel de ‘poort naar het geluk’.

Het moge duidelijk zijn dat dit een poort betreft die naar een andere dimensie leidt.

 

                                              

 

Na deze plaats te hebben aangedaan stonden er dus twee mogelijkheden voor ons open als volgend reisdoel. We konden nu bijvoorbeeld naar het plaatsje St. Maximin la Sainte Baume gaan, waar men nog steeds feesten houdt ter ere van Maria Magdalena. Maria zou hier namelijk volgens één zekere middeleeuwse overlevering in een grot hebben gewoond, en men zou later zelfs gaan beweren hier haar gebeente te hebben gevonden.

Maar men heeft inmiddels zelfs in katholieke kringen toegegeven dat zij hier waarschijnlijk nooit is geweest! (pater Philippe Devoucoux du Buysson :Dieu est Amour nr.115)

De grot waarvan men zegt dat Maria erin zou hebben verbleven, was eigenlijk een grot waarin men voorheen kwam om Isis

                                                         

te aanbidden, en het was deze grot  die men aan de heilige uit Magdala toekende .  Eigenlijk betrof  het  slechts een poging  een heidens  gebruik te kerstenen.

Maar er was ook nog dat tweede mogelijke doel om naar toe te reizen.  Die streek in Frankrijk waar men een overdreven grote belangstelling zou blijven tonen in Maria, waar vele kerken en stukken land naar haar vernoemd zouden gaan worden en waar hardnekkige legendes bestaan over haar aanwezigheid daar, namelijk de Languedoc.

En dan wel in het bijzonder het uitgestrekte gebied tussen de plaatsen Carcassonne en Rennes-le-Chateau, de voormalige ‘Razès’, die ook grote bekendheid had gekregen in de tijd van de kruistocht tegen de Albigenzen. Er bestaat aan de kust van deze streek zelfs een plaatsje wat Sainte Marie de la Mer---- enkelvoud dus---heet.

Wij besloten natuurlijk voor deze tweede mogelijkheid te kiezen, ons gevoel zei ons dat we hier wel eens antwoorden zouden kunnen gaan vinden. 

En dat werd dus de weg die wij vanuit Saintes Maries namen, verder langs de kust naar het zuidwesten. 

Eenmaal op onze plaats van bestemming aangekomen zouden we al snel ontdekken dat enige weken hier rondtrekken  niet voldoende zouden zijn om een nauwkeurig onderzoek te verrichten. Wij zouden er dan  met regelmaat terug moeten keren. Daarom besloten we dan ook om hier voor een vaste basisplaats te zorgen,  we wisten dat we ons in deze streek ‘thuis’ konden voelen.

Wat maakte dit gebied nu eigenlijk  zo bijzonder?

De geschiedenis had uitgewezen dat het zogenaamde   'Vrouwelijke principe'   hier altijd bijzonder hoog in het vaandel had gestaan.

Men hoeft hierbij enkel  maar aan de verhalen en liederen der Troubadours te denken, waarvan de meeste ook uit deze streek kwamen en die graag over de hoofse liefde hadden gezongen waarin zij vrouwen op een enorm voetstuk plaatsten.

Men  had hier een schijnbaar bijzondere devotie voor Maria Magdalena aan de dag gelegd,  maar men had er daarnaast  ook merkwaardige rituelen op na gehouden.  Merkwaardig althans voor een bevolking die werd verondersteld 'Christelijk' te zijn.

Veel wees  erop dat men er hier gebruiken op na had gehouden die meer overeenstemming vertoonden met oude pré-christelijke ---zeg maar heidense---gebruiken  dan men maar enigszins voor mogelijk zou kunnen houden.

Was het toeval dat juist hier  die geheimzinnige sekte, die men ‘Katharisme’ noemt en die de hele christelijke wereld in Europa op zijn kop zou weten te zetten, het eerst zou gaan bloeien?  Het ons  bekende woord ‘ketter’ stamt hiervan af.

Om deze ketters te bestrijden  zou de katholieke kerk zelfs een onzalig instituut als de ‘Heilige inquisitie’ in het leven gaan roepen. Tegen die Katharen zou de eerste kruistocht  worden georganiseerd die nu eens niet een ander geloof als het christelijke betrof ------voorheen waren de kruistochten enkel tegen de moslems geweest uiteindelijk.  Tijdens deze kruistocht  zou het  Europeaan tegen Europeaan betreffen, christen tegen christen.

En  juist dat was dan ook één van de redenen waarom de orde der Tempeliers, kruisridders bij uitstek, zou weigeren enige medewerking hieraan te verlenen.

Of zou er soms nog een reden voor die weigering zijn geweest?

Want waarom had deze orde zo’n grote interesse in juist deze landstreek van Europa gekoesterd? Zozeer dat ze hier meer dan elders landgoederen zouden bezitten, en hun ‘invloed’  lieten gelden?

                                               

We besloten met slechts één tussenstop vanuit Stes Maries nu naar het hart van dit gebied toe te rijden, namelijk de historische stad Carcassonne.

 

                                               

 

Een waar juweeltje, zeg maar een droom, als men door de ‘s zomers droge streken van de Languedoc rijdt en dan ineens in de verte, op een heuveltop, een volledig middeleeuwse stad ziet oprijzen. Nog volledig voorzien van muren en torens.

pVlakbij deze stad konden we ons ‘kamp’  opslaan, op een camping die zeer toepasselijk ‘de la  Cité heet,  en natuurlijk gingen we daar meteen maar eens kijken.

En dan volgt nu wat men gerust de eerste van een reeks tamelijk merkwaardige ‘ervaringen’  kan noemen. Ervaringen, waarvan we er reeds veel   in deze streek mee mochten maken.

Voor ons zou deze eerste gebeurtenis  een soort van ‘doop’  gaan vormen eigenlijk.

In het begin, kort nadat het ons was overkomen, zouden we nog behoorlijk aan ons verstand gaan twijfelen maar naarmate de tijd vorderde begonnen ons steeds meer dingen duidelijk te gaan worden.

En dat niet alleen, die bizarre ervaringen leken ergens niet op te houden. Want iedere keer gebeurde er op een moment dat je het ’t minst zou verwachten wel weer iets nieuws.  

We hebben inmiddels wel genoeg mogen lezen van anderen die ook van dit soort ervaringen schenen te hebben en waaruit we nu toch wel menen te mogen concluderen dat het niet helemaal nieuw is.

We besloten nadat  we  onze  tent  hadden opgezet nog wat te gaan wandelen, die middeleeuwse stad leek daarvoor nabij genoeg.

Men schijnt  er echt veel moeite voor te hebben gedaan deze stad in die voortreffelijke staat terug te kunnen brengen, men moest daarvoor zelfs huizen, die men in de loop van eeuwen  tussen de muren had opgebouwd,  onteigenen en afbreken. Daarnaast moesten er  hele stukken van de ommuring,  die in uiterst vervallen staat verkeerde,  herstellen maar dat had men er voor over.

                                    

 

Daar zou men op vele plaatsen nog wat van kunnen leren eigenlijk.

 

De heuvel waarop Carcassonne ligt, is al sinds de oudheid bewoond geweest. Maar vooral onder de Romeinen zou het ‘vorm’  gaan krijgen.

Na de ineenstorting van dit rijk kwam het in handen van een stam ‘barbaren’  die,  na Rome te hebben geplunderd, besloten hier neer te strijken.

Deze barbaren waren de Germaans-Scandinavische stam der Visigothen, zij zouden  Carcassonne tot één van de belangrijkste steden van hun vorstendommetje  maken, wat later de naam ’Septimanië’  zou gaan dragen..

In de achtste eeuw zou een andere Germaanse stam, die der Franken,  hier met de scepter gaan zwaaien.  Nadat ze er eerst de moslems voor terug hadden moeten drijven die vanuit Spanje dit gebied hadden weten te veroveren.

Weer veel later  zou de stad een bolwerk van verzet gaan worden tegen de, deze keer christelijke, macht van Rome.

Al met al een stad van groot belang, naar het schijnt, voor vele lieden.    

                                                          

Nadat we die dag  binnen de muren wat hadden rondgewandeld gingen we, door een andere  poort dan waar we door naar binnen waren gegaan, weer naar buiten en vrijwel direct na het verlaten ervan kwam er plots een wildvreemde man naar ons toe die iets van ons wilde. Hij leek ons uit te nodigen met hem mee te gaan ergens naar toe.

Wat vooral eigenlijk opviel was dat  hij grote interesse toonde  voor het shirt met het kruis van Jeruzalem wat één van ons toen droeg. Dat hadden we enkele weken ervoor gekocht in St. Jean d’Acre, oftewel Acco, in Israël. Het laatste Christelijke bolwerk tijdens de kruistochten.

 

                                                                 

 

Het kruis van Jeruzalem is een groot rood kruis op een witte ondergrond en het  lijkt hierdoor dus heel erg op zowel het kruis van de Languedoc, het kruis der Katharen en het kruis der Tempeliers

Kort hiervoor, toen we nog wat in de stad hadden rondgelopen  hadden we ook reeds iemand ontmoet die zo’n interesse in datzelfde shirt had gekoesterd. Al had deze het wel gelijk geïdentificeerd als het kruis van Jeruzalem. We waren  toen in  een kerk wezen rondkijken en de priester daar had ook zeer verrast gereageerd  op het shirt. Hij vroeg meteen of we soms in Jeruzalem waren geweest.

“Ja”, zeiden we dus, daar kwamen we zo’n ruime week daarvoor vandaan.              

Heel vreemd eigenlijk allemaal, vooral die interesse in dat shirt. Alsof we de enige toeristen daar waren. En dat was echt niet het geval !!

          

 

Het feestje waar de man ons voor had uitgenodigd  bleek een  soort van doopfeestje te betreffen.

 Een zuigeling was blijkbaar die dag gedoopt.                                        

De man leidde ons naar de plaats  waar  dat feestje werd gehouden, in een tuin door bomen omringd en vlak buiten de middeleeuwse muren van’la Cité’.

 

                                            

We werden aan een tafeltje gezet en vanaf dat moment leek het wel alsof we als een soort van ‘eregasten’  werden behandeld! En dat terwijl we toch volslagen vreemden waren en de ouders van die zojuist gedoopte zuigeling toch meer recht hadden op die aandacht..

Voor het werkelijke feestmaal echter zou beginnen  werden we met zijn allen------al de genodigden daar----- nog wel even rondgeleid door de oude middeleeuwse stad.

De organisatoren van het geheel, waaronder de man die ons had uitgenodigd,  bleken de meeste inwoners ----want de oude stad wordt nog gewoon bewoond door de eigenaren van de talloze winkeltjes daar---- namelijk goed te kennen. Zij stopten op vele plaatsen om even een praatje met deze of gene te maken.

Wat ons wel gelijk was opgevallen toen we op het feestterrein waren aangekomen, was de bont gekleurde verzameling waaruit de aanwezigen gasten op dat  doopfeestje bleken te bestaan. Vele verschillende mensenrassen en nationaliteiten, Afrikaanse negers, Aziaten, Bosniërs, Polen en andere Slavische mensen. 

Maar de gastheren en dames waren  wel Fransen, Occitaanse inwoners  uit de Languedoc. 

 

                                                 

 

Al die tijd bleef men ons  bijna als een soort van ‘eregasten’  behandelen  .Tijdens het ‘diner’, een barbecue,    vroeg onze Franse tafelgenoot  ons gelijk hoe wij over de katharen dachten en natuurlijk  staken we gelijk van wal.  We vertelden wat we reeds over het katharisme hadden uitgevonden, over onze zoektocht naar de eeuwige 'waarheid' (sophia), de bron van religie, en  wat wij zoal nog meer wisten over de geschiedenis.

De onwaarheden die er soms leken te worden verteld over een en ander  en hoe dit ons juist intrigeerde.. Geschiedenis mag dan wel  door overwinnaars worden verteld, daarom bestaat er soms nog wel een geheel andere versie.                                                     

 

We vertelden eigenlijk zoveel als we ons op dat moment maar zo gauw konden herinneren, en hoe het kwam dat we ons in de geschiedenis waren gaan verdiepen.

Zo kwamen we dan ook op een gegeven moment uit bij de evolutie van de mens, die eveneens door een mysterieus waas wordt omgeven. En hierdoor  kwam de ‘Neanderthaler’ ter sprake.

 

                                             

Dat is een mensensoort die ofwel gewoon zou zijn  uitgestorven, maar misschien ook wel was uitgeroeid    Dit zou dan zijn gebeurd  bij de komst van  de cro magnon mens uit Afrika, de huidige mens dus, waar wij allemaal van af zouden moeten stammen

Tja, ‘What else is new?’  We behoren nu eenmaal tot een zeer gewelddadige diersoort.

Onze tafelgenoot,  die tot een van de ‘gastheren’ behoorde, toonde grote interesse   in wat wij daarover te zeggen hadden.  Hij wilde echt meer daarover  weten. En plots kwam hij met een authentieke  Neanderthalerschedel te voorschijn. Waar had hij die zo gauw vandaan weten te halen?

                                                                  

Wat een mazzel dat we onze camera bij ons hadden! 

Die man bleef een flink deel van de avond heel geanimeerd met ons praten over één en ander.  Zelf had hij ook veel gereisd, vertelde hij.  Hij was op veel plaatsen geweest, waaronder in China.

En daar had hij een drank weten te bemachtigen, vertelde hij vol trots, die met het communistisch regiem daar eigenlijk verboden was.  Men kon daar enkel in het illegale circuit via-via  aankomen.  Die fles  had hij als souvenir het land uit weten te smokkelen. Hij vroeg ons of we soms met hem een glaasje uit die fles wilden drinken vanwege de bijzondere gelegenheid.

Nou, daar waren we wel voor in, we zijn daar avontuurlijk genoeg voor en ons gevoel vertelde ons dat het wel ‘kon’.                                 

Hij liep even weg en  kwam kort daarna   met een fles tevoorschijn die verpakt was in een soort van zwarte koker. Hij schonk 3  glaasjes  vol maar hij liet die koker wel om de fles heen zitten, met een soort van grijns.

Normaal gesproken zijn wij eigenlijk  best wel voorzichtig in dat soort zaken, maar we schreven reeds dat  ons instinct ons vertelde dat dit enkel maar een onschuldig  ‘testje’ leek te zijn.   Niet echt iets  met een kwade bedoeling.  

Dus dronken wij  het, op een  wijze waar  een rechtgeaarde Rus zich niet voor zou schamen als hij  zijn wodka drinkt.  Zo moest het ook volgens die Fransman, vertelde hij ons erna.

Omdat ons glaasje nu  leeg was onthulde hij de fles

 

                                                      

Toen hij die koker van de fles verwijderde werd er  een fles zichtbaar  van doorzichtig glas waarop zich een etiket bevond met Chinese schrifttekens.  In zoverre niets bijzonders dus.

Maar wat er, duidelijk zichtbaar, in die fles zat was wel heel bijzonder. Want in die fles bleek een slang opgerold te liggen. Sterker nog, het waren 3 slangen!!  Dat vertelde de man ons tenminste, tellen was lastig.

Natuurlijk was hij  razend  benieuwd naar hoe wij zouden reageren op deze onthulling.

Wij waren natuurlijk wel verrast, maar niet ontstemd toen wij de inhoud van die fles ontdekten.

Had hij hierop gerekend? Had hij verwacht dat we het belang ervan in zouden zien? Was het een onschuldig grapje geweest of een poging om te zien of wij waren wat we beweerden te zijn?

De slang, vertelden we hem gelijk  na de onthulling van de fles, is een uiterst belangrijk symbool wat staat voor vernieuwing. Voor onsterfelijkheid en voor wijsheid.

 

                  

Men hoeft hierbij al enkel  maar aan het verhaal in de Genesis te denken wat de mens ook wijsheid aanbiedt.  Al is dat verhaal met Adam en Eva in de hoofdrol  wel weer een  verdraaide versie van een veel ouder verhaal waarin het allemaal  niet zo negatief wordt gesteld.....

 

                    

Het orakel van Delphi, beroems in Griekse tijden,  werd de Pythia genoemd. Naar de slangen die zij bij zich had, onder andere rond haar armen.(een souvenir uit Minoïsche tijden)

 

                                   

Heel veel later zouden wij echter erachter komen dat er nog iets bijzonders was geweest  met die fles met drie slangen erin, waaruit wij hadden gedronken

Het bleek een symbool te zijn uit de Vrijmetselarij en de Alchemie!!!

 

                                                          

De man die ons uit deze fles had laten drinken, waar hij volgens zijn zeggen zoveel moeite voor had gedaan om die in China te bemachtigen,  moet dat hebben geweten.

 

                                            

 

Enfin, naarmate de tijd vorderde begonnen druppelsgewijs steeds meer mensen de idyllische tuin vlakbij de verlichte muren van de oude stad te verlaten. En daar wij niet als laatste weg wilden gaan besloten wij dat het voor ons ook tijd werd om maar eens  terug te gaan naar onze tent.

Maar daar we beseften dat  het er door die uitnodiging helemaal  niet van was gekomen om boodschappen te doen, en we de volgende dag  dan maar op zoek moesten gaan naar een supermarkt, vroegen we  dus nog wel even aan de man waarmee we al die tijd hadden zitten praten  of hij ergens in de buurt een supermarkt wist. Want wij waren nog volledig onbekend in de regio uiteindelijk.                                             

Het antwoord wat we van hem zouden krijgen bracht ons echter volledig in verwarring:

:"Ja hoor, ik weet er wel enkele maar die zijn morgen toch niet open" 

Nu was het ons moment om volledig sprakeloos  te zijn.

“Niet open” dachten we? “Hoe kon dat  nou? Het was dan toch zaterdag? “ 

En we waren nu uiteindelijk  niet meer in Israel, waar het op zaterdag dan Sabbat is en wel alles is gesloten.  

Wij vroegen hem dus hoe dat dan zat.                                                             

” Nee”, zei de man toen: “ morgen is het zondag”.

                            

Waar was de zaterdag dan gebleven?  Wat was er dan gebeurd met de zaterdag?

We hadden geen zin om daarover met de man in discussie te gaan daar deze van zijn gelijk overtuigd leek en we legden ons er voor even maar bij neer. We namen afscheid van de nog aanwezigen, hen bedankend voor hun gastvrijheid.

De  man waar we die avond zo geanimeerd mee hadden zitten  te praten liet ons echter niet zomaar zonder meer vertrekken, hij vroeg ons even te wachten terwijl hij iets ging halen.

Hij kwam terug en gaf ons nog een klein, maar achteraf zeer kostbaar, geschenk. Een replica van een zogenaamd ‘Venus’ beeldje wat men in de regio tijdens opgravingen ooit had gevonden. In dit geval betrof het een vrouwenhoofd.

 

                                                    

Of dat nog niet  voldoende was gaf men ons ook nog een fles mee van de plaatselijke specialiteit, namelijk een Blanquette de Limoux. Dit is een mousserende wijn die hetzelfde smaakt als Champagne, zij het dat deze wijn al veel langer bestaat dan die laatste.

Volledig uit ons doen vertrokken we en begonnen we aan de wandeling terug naar ons ‘kamp’.    Natuurlijk liet datgene wat we vlak voor ons vertrek hadden gehoord  ons niet met rust. Die hele gebeurtenis had trouwens iets wonderbaarlijks gehad, daar waren we ons maar al te goed van bewust.                       

Eenmaal  terug in de tent begonnen we gelijk te rekenen.

We waren tot vrijdagochtend op de vorige camping in Marseillan-plage gebleven, dat was de tussenstop die we hadden gemaakt tussen Stes Maries de la mer en Carcassonne. 

We hadden daar zelfs de campingbon nog van.

Toen we daarvandaan waren vertrokken  reden we in één dag naar de camping de la Cité  waar we op dat moment stonden. We hadden gelijk na aankomst  onze tent opgezet en waren gaan wandelen om ook naderhand nog ergens wat te gaan eten, en wat boodschapjes te doen dus.

We hadden de hele, door muren versterkte, stad doorgelopen.   Die oude stad die vrijwel geheel middeleeuws  aandoet, want auto’s zijn  daar niet toegestaan. .

Eigenlijk  net als in Jeruzalem, dat is  ook zo’n oude versterkte stad  waarvan de muren nog vrijwel overal intact zijn.  En net als Carcassonne boven op een berg is gelegen. En In Jeruzalem mogen ook niet overal auto's komen.

               

 

     

Dit is Jeruzalem……….

 

                  

 

   

En dit is Carcassonne.

Beide steden hebben tevens in de geschiedenis wel de nodige overeenkomsten.

Maar ze hebben een ook groot verschil, in Jeruzalem zijn alle winkels op zaterdag gesloten en in Carcassonne op zondag.

Maar goed, we probeerden ons te herinneren wat we op de dag van onze aankomst hadden gedaan.

We gaan tijdens die eerste wandeling een kerkje in en die priester spreekt ons aan omdat hij dat shirt herkent als uit Jeruzalem.  Daarna lopen we nog wat verder rond en we  kijken onze ogen uit. We gaan door een van de  stadspoorten  naar buiten, op weg naar een winkel en daarna de camping maar we worden zomaar tot onze grote verrassing uitgenodigd om aan een feestje deel te nemen.  Dat was nog ruim voor de sluitingstijd van de winkels want tijdns die rondleiding van het hele gezelschap in de Oude Stad waren de winkels daar ook nog gewoon open.

Dat hele gebeuren duurde tamelijk lang, tot minstens 23:00 uur. Toen begonnen mensen het terrein te verlaten.

En ineens was het zaterdagavond in plaats van vrijdagavond.

We begrepen er totaal niets van. We waren echt een complete  dag volledig  kwijt. Vierentwintig uur precies.

Eén ding wisten we echter wel zeker, ZO sterk was dat ene glaasje van die Chinese drank nu ook weer niet geweest en teveel gedronken hadden we überhaupt niet. Ook geen andere alcoholische versnaperingen. Hooguit twee glaasjes Blanquette.

We leken voor de rest ook nog volledig ‘ bij zinnen’. Geen valpartijen tijdens de klim naar beneden en terug naar de camping over het smalle pad langs de rivier de Aude.

 

                                               

We besloten op dat moment  er maar niet al te lang bij stil te blijven staan en ons er gek door te laten maken.

Later zou een zeker zinnetje uit één van de gnostische evangeliën, die te Nag Hammadi waren gevonden destijds,  door ons hoofd gaan als we weer eens terug dachten aan wat ons toen overkwam. En wat ons later nog zou overkomen allemaal. 

Jezus zei:’laat hij die zoekt niet ophouden met zoeken totdat hij vindt.

En als hij vindt zal hij verontrust worden,

En als hij verontrust is zal hij zich verwonderen.

En hij zal over het Al heersen.

 Of in ieder geval het ‘Al’  wat beter gaan begrijpen misschien.   Want heersen klinkt  gelijk weer zo ‘aards’ en we vragen ons echt af of dat er eigenlijk wel mee bedoeld werd.

Enkele jaren later zouden we nog eens terugkeren naar de plaats waar dat feestje had plaatsgevonden.

                               

Het poortje door waar we destijds door naar buiten waren gegaan.................

 

   

En we konden de locatie  vinden waar het had plaatsgevonden. Het was exact zoals we het ons konden herinneren.

Het was verlaten en het heeft er de schijn van dat het speciaal voor gelegenheden beschikbaar is. Zo vlak onder de muren van de oude stad moet het een best kostbaar stukje grond zijn.We vermoeden dat het wel vaker door de winkelieren van de oude stad voor speciale gelegenheden wordt gebruikt.

Want de man waar we die avond mee hadden zitten praten hebben we later weer gezien. En hij heeft daar een winkel.

We weten sinds die gebeurtenis alweer heel wat meer over de Languedoc en de mysteries die er hebben plaatsgevonden en nog steeds plaatsvinden eigenlijk.

We weten ook dat ze allemaal op een zekere wijze met religie te maken hebben. Maar dan religie in ware zin van het woord, zonder de beperkingen die er binnen vele stromingen al snel in zouden sluipen vanwege de zucht naar zekerheid en duidelijkheid.

We weten dat de mensen die ons uitnodigden, en ons zo voorkomend zouden behandelden, dit ook reeds wisten. Wat  het een des te grotere eer maakt dat zij in ons iets zagen.

       ========================

Bovenstaande gebeurtenis zou de eerste zijn in een rij van buitengewone ervaringen..                              

                                                   

 

 

 

 


 

 


 


Chaoskronieken: Home-Kronieken-Vreemde ervaringen-Verloren dag

Kronieken: Blanchefort