Kronieken · Genealogie · Orakel
Vrouwelijk principe  · Rhedae  · Vreemde ervaringen  · Bron v Da Vinci-code  · Het Jezus testament  · Juweel in de Lotus
1/ 15e rol · 2/ De evangeliën · 3/ Nazareth · 4/ Familieschandaal · 5/ 1ste echtscheing · 6/ Jezus' vader · 7/ Het kruisteken · 8/ Herodes · 9/ Vergeten Koning · 10/ Rivalen · 11/ Jezus getrouwd · 12/ Maria, sloerie? · 13/ Zondags uitje · 14/ Laatste maaltyd · 15/ Het plan · 16/ Judas · 17/ Dood in tuin · 18/Mysterieuze Jozef · 19/ Uit het graf · 20/ Skeletten · 21/ Oplossing enigma · Appendix

 

5/ De eerste echtscheiding

     binnen het geloof

 

Was de historische Maria, de Moeder van Jezus, een maagd op het moment van de verwekking?   Het antwoord hierop moet zijn:”Ja, dat was ze niet.”
Als met ‘maagd’ ‘virgo intacta’  wordt bedoeld-----in deze tijd snel tamelijk zeldzaam en langzaam  in onbruik rakend-----dan voldeed Maria hier niet aan.  Ondanks dit gegeven echter was zij nog steeds maagd volgens de specifieke omschrijving hiervan der Joden, en het komt door deze  duidelijke tegenstrijdigheid dat al die verwarring zou ontstaan.

Deze hele kwestie zou nu nooit aan de orde zijn gekomen als het  niet noodzakelijk was geweest  om te onderzoeken of datgene wat Jezus van Gennesareth---de auteur van de ‘vijftiende rol’----beweert dat zijn vader  Ya’akob  of Jacob  heette,  ook klopt.  Als de auteur van de rol werkelijk de historische Jezus was---wiens verhaal de evangeliën gedeeltelijk van een basis zouden voorzien----dan zouden we mogen verwachten daar één of ander bewijs van in die evangeliën terug te vinden, of van het verbergen hiervan.  . Daar komt dan nog bij, eigenlijk  mogen we verwachten een mogelijke aanwijzing over Jezus’ vader te vinden als we de identiteit kennen van de man die later de vader zou  zijn van alle andere kinderen van Maria.
Om dit te kunnen doen moeten we natuurlijk wel afstand doen van dat absurde idee van haar ‘maagdelijkheid’.
Om het zo simpel te houden als maar mogelijk is, de verwarring ontstond doordat Ptolemeüs Philadelphius van Egypte, ergens in het jaar 270 voor Christus, het Hebreeuwse Oude Testament in het Grieks vertaalde,  in het belang van de grote hoeveelheid Joodse inwoners van Alexandrië  die niet langer Hebreeuws spraken of lazen.  Het resultaat hiervan  was de beroemde Septuagint, zo genoemd omdat ofwel zo’n  zeventig wetenschappers  deel hadden genomen aan de vertaling, of omdat het zeventig dagen had gekost van begin tot einde.
Toen ze bij  Jesaja 7:14 aankwamen  stuitten ze op een probleem.  In deze vers viel te lezen:
”Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven.”
Nu is deze passage, evenals de drie volgende verzen, volledig symbolisch en was bedoeld als profetie over wat er met Israël zou gaan gebeuren.
Deze vers moest desalniettemin wel in het Grieks worden vertaald en het probleem school hierin dat het Grieks slechts één woord kende voor het begrip ‘maagd’, en dat was ‘parthenos’ wat precies betekende wat het zei, een fysieke maagd die nog geen seksuele ervaring had en wier maagdenvlies nog intact was.  Hebreeuws daarentegen kende  twee woorden, ‘almah’  en ‘bethulah’, omdat volgens hun gebruiken men de maagdelijkheid slechts diende te behouden  tot ze de leeftijd hadden bereikt om te huwen, gewoonlijk op veertienjarige leeftijd.  Behield men de maagdelijkheid daarna ook nog dan zou het een schande zijn en een belediging van God.  
Het Hebreeuwse woord ‘bethulah’ betekent exact hetzelfde als ‘parthenos’ als men het in het Grieks vertaalt.  Het geval wil echter  dat het geschrift het Hebreeuwse woord ‘almah’   gebruikte  wat eigenlijk zoveel betekent als ‘jonge, ongetrouwde vrouw’ of, mogelijk nog juister, een vrouw van welke leeftijd dan ook, getrouwd of niet, wier baarmoeder nog geen vrucht had gedragen.   Daar er in het Grieks geen equivalent was voor ‘almah’ stonden de wetenschappers voor de keuze het open te laten of het  woord ‘parthenos’ op te schrijven, en dat laatste deden zij dus.
Toen eeuwen later de evangeliën werden geschreven zou de auteur van Matheus een exemplaar van de Griekse Septuagint napluizen op zoek naar profetieën uit het verleden die de waarheid van zekere geruchten rondom de mysterieuze geboorte van Jezus zou kunnen ondersteunen, vooral  dat hij door God was verwekt.
Een Griek zijnde, en in het Grieks schrijvend, was het niet meer dan vanzelfsprekend dat toen hij bij Jesaja 7:14 was aanbeland en het woord ‘parthenos’  onder ogen kreeg hij dat zeer letterlijk heeft genomen….vol bijgelovige verbazing. Wat voor wonder was dat wat in de oude geschriften werd verteld? Een maagd die een kind baarde? 
Dan was die roddel dus toch waar!

En  op deze wijze werd mogelijk het zaad gezaaid voor de mythe van de Onbevlekte Ontvangenis. Na Matheus zou Lucas komen wiens auteur---eveneens geen Jood----ook het Griekse Septuagint zou gebruiken en die, nadat hij het woord ‘parthenos’   zag wel tot dezelfde conclusie moest komen als Matheus.  Het is bij elkaar genomen wel veelbetekenend dat geen van de twee Joodse evangelieschrijvers---Marcus en Johannes---deze onzin herhaalden, zij hadden toegang tot de Hebreeuwse geschriften en zij zouden het originele woord ‘almah’ hebben gelezen en daar niets anders afwijkends in hebben gezien dan een jonge ongetrouwde vrouw die een kind baarde. Zij zouden de pagina om hebben geslagen en verder zijn gegaan.

Aan deze zaak is  nu meer aandacht besteed dan gewoonlijk omdat het de hoogste tijd was dat dit eens gebeurde, te vaak  wordt de lezer geconfronteerd met een mening die onvoldoende ondersteunend bewijs bevat om hem in staat te stellen daarover een eigen mening te vormen.
Eenieder mag dan zelf uitzoeken of ie  de geboorteverhaaltjes af wil doen als mythe, vergissing of de echo van een daadwerkelijke historische gebeurtenis die is voorzien van de nodige fantasierijke details in het belang van de heidenen.
Het  bewezen feit dat er schunnige verhalen rondgingen over de ouders van Jezus gedurende de 1ste eeuw toont toch wel aan dat er enige twijfel bestond hierover en het suggereert dat Maria betrokken moet zijn geweest in een soort van schandaal. Matheus en Lucas probeerden haar hiervan te vrijwaren door te beweren: dat ‘God het deed’ maar we zagen reeds dat dit enkel maar een wijze was om het onmogelijke te verklaren van een maagd wat een kind zou baren, tenzij God de vader was natuurlijk.
Nu we de reden van hun vergissing duidelijk hebben gemaakt blijven we enkel nog zitten met het mogelijke restje waarheid dat  de werkelijke situatie weergeeft: ’een jonge, ongetrouwde vrouw, die met een man die Jozef heette was verloofd,  bleek zwanger te zijn.’
Daar het zeker was dat Jozef hier niet voor verantwoordelijk  was is het net zo zeker dat een andere man dat dan wel was.
De huwelijksgebruiken en seksuele gewoontes der Hebreeën zijn veel te complex om ze hier nu uitgebreid te behandelen, het volstaat om te zeggen dat het behoud van de maagdelijkheid voorbij de normale huwbare leeftijd--- 14  voor meisjes en 18 voor jongens---als een zonde tegenover God werd beschouwd, en onvruchtbaarheid was een vloek. De huwelijksceremonie was in twee belangrijke onderdelen verdeeld, de ‘qiddushin’ of verloving, en de ‘nissu’in’ wat de werkelijke bruiloft betrof, en deze vond altijd binnen een jaar na de verloving plaats.
Alhoewel het onzeker is  of het binnen het 1ste eeuwse Jodendom  wel of niet was toegestaan voor verloofde stelletjes om reeds geslachtsgemeenschap te hebben, het was zeker in het verleden gebruikelijk geweest en het kan dus goed nog zo zijn geweest in geïsoleerde of conservatieve delen van het land, of in zekere families.( En men mag aannemen dat dit in het oude Israël eerder de gewoonte is gebleven dan in Judea later het geval zou zijn )
Hoe dat dan ook mag zijn geweest, hoewel dat gebruik zowel tolerant als immoreel mag lijken ging het er vooral om dat men zo spoedig mogelijk kinderen moest zien te krijgen.. Deze mochten zelfs voor de daadwerkelijke bruiloft geboren worden---zoals de evangeliën over Jezus weten te vertellen---en dan  waren ze toch nog legitiem.   Eigenlijk was de verloving reeds zo bindend dat ieder meisje wat gemeenschap had met een vreemde man schuldig was aan overspel en dan kon zij de straf verwachten die er stond op zo’n zonde.   Het blijft een vraag of steniging met de dood tot gevolg  deze straf daarvoor nu wel of  niet was.  In ieder geval werd dit wel zo aangegeven in het voorbeeld uit de evangeliën over de ‘overspelige vrouw’.
“Zij die zonder zonden zijn werpe de eerste steen”
Echter, als men ervan uitgaat dat dit mogelijk pas aan het evangelie van Johannes werd toegevoegd in de 4e eeuw betreft het dan wel iets waar men niet op kan vertrouwen. 
( Met wat vele Bijbeldeskundigen in de loop der tijd vast hebben weten te stellen, dat de inhoud van het evangelie volgens Johannes wel eens ouder zou kunnen zijn dan jonger dan de overige evangeliën denken we niet uit te kunnen gaan van wat de schrijver nu beweert. Voorzover wij weten is er ook nooit aan getwijfeld dat er later toegevoegde delen zijn wat betreft dit evangelie )
Toen Maria het nieuws over haar toestand aan Jozef vertelde was hij zowel beschaamd  als woedend, wat ons weer terug doet denken aan Philippus van Macedonië die hetzelfde meemaakte en die  de zelfde  ‘God deed het’ verklaring had gekregen  als die  Maria  nu gaf. Jozef had een probleem.( Hier wordt de schrijver een beetje sarcastisch nu. De kans dat Maria werkelijk zo’n verklaring heeft gegeven is niet zeker en  maar uiterst klein  )
Er wordt ons in het verdere verloop van het verhaal verteld dat hij nog steeds van zijn verloofde hield, want Matheus vertelt ons:
” Maar haar ‘echtgenoot’ Jozef die een rechtvaardig mens was en haar niet publiekelijk te schande wou zetten…..”
  
Wat deze passage wil zeggen is dat hij haar niet publiekelijk wenste beschuldigen van overspel wat, indien bewezen,  voor haar tot uitstoting zou hebben geleid, als het al niet erger zou zijn.
Hiervoor terugschrikkend besloot hij haar ‘privé aan de kant te zetten’,   wat inhoudt dat hij haar uit zijn leven zou  laten gaan door middel van wat bekend stond als een ‘git’   of  ‘gittin’, oftewel een geheime echtscheiding.  Met zulks een procedure---waar in het privé getuigen bij waren----ging het gescheiden koppel hun eigen weg en er was dan geen documentatie voor de ‘git’  bij de autoriteiten voor nodig.
Al kon men er dan natuurlijk wel naar raden, het publiek zou nooit zeker weten wat er precies was gebeurd en de schuldige partij----in het bijzonder de vrouw----bleef bespaard om alle vuile was  buiten te moeten hangen. En wat nog belangrijker is, de Joodse wet verlangde dan geen strafmaat.
Er wordt ons verteld dat nadat  hij had besloten er een nachtje over te gaan slapen Jozef een droom had waarin een engel van  de Heer voor hem verscheen en Maria’s  verklaring over haar toestand bevestigde met het nieuws:
” Wat in haar is verwekt is van de Heilige Geest”.
 
Toen, volgens Matheus,  deed Jozef wat de engel hem had gezegd en nam hij zijn vrouw tot zich.

Dit kan dan enkel maar betekenen dat hij Maria vergaf en haar vergrijp door de vingers zag-----want het was wel een misdaad in de ogen der wet-----en dit is historisch gezien onjuist want het was absoluut onmogelijk voor een Jood in die dagen om tot zo’n besluit te komen!
De wet van ‘Mishna’ had drie regels en voor elk daarvan was een man verplicht van zijn vrouw te scheiden: ‘overspel, ontoegestane of geheime geslachtsgemeenschap en lepra’, wat waarschijnlijk in die tijd net zo goed een geslachtsziekte in kon  houden, afgezien van de klassieke lepra uit het Oude Testament natuurlijk  De wet was erg strikt en de straffen voor ontduiking waren streng. In het bijzonder verboden was  het oogluikend toestaan van overspel en toch is het juist dit wat we moeten geloven dat Jozef----een vrome Jood---precies deed. Hoogst onwaarschijnlijk!
Met de nadruk erop dat niets ondernemen het enige was wat de man niet mocht doen , dat hij dus beslist iets moest ondernemen----en wel direct en geheel in overeenstemming met de wet----voorzag de ‘Mishna’ Jozef van twee mogelijkheden:
1)hij kon Maria aanklagen voor overspel
2)of hij kon van haar scheiden
Of hij dat publiek wou doen of in stilte mocht hij zelf uitmaken, hij moest één van de twee kiezen…..en wel snel!
Daar hij haar niet aan zou klagen of publiekelijk van haar zou scheiden, en zoals zelfs het evangelie bevestigt dat hij had besloten in stilte van haar te scheiden totdat hij die droom van die engel had, kunnen we dus enkel maar aannemen dat,  historisch gezien,  dit hetgeen was wat hij zou doen.
Aldus heeft het er alle schijn van dat Maria de eerste gescheiden vrouw was in de geschiedenis van de Christelijke religie.

Veelbetekenend is dan ook dat het precies op dit moment is dat Jozef uit het verhaal verdwijnt, uitgezonderd dan twee dubieuze incidenten waarvan men terecht aan de authenticiteit ervan mag twijfelen. Deze zijn dan die van Jozefs aanwezigheid bij Jezus’ besnijdenis----eraan toegevoegd om Simeon in de gelegenheid te stellen de Christus te herkennen----en de 12 jarige Jezus die les geeft in de Tempel. 

( Nu vergeet de schrijver natuurlijk wel weer het hele kribbeverhaal met de drie koningen waar Jozef toch ook nog bij aanwezig was. Al lijkt het wel aantoonbaar dat ook dit verhaal een verdichtsel is wat er later aan toe is gevoegd )   
Deze   (   tweede  ) episode komt enkel maar in Lucas voor en is vrijwel gelijk aan een incident wat de historicus Josephes weet te vertellen over zichzelf. Daar de traditie  vage hinten wist achter te laten over de mogelijke connectie tussen Josephes en de auteur van Lucas is het merkwaardig dit verhaal dan weer in het evangelie tegen te komen en ----in Paulus’ brief aan de Philippenzen 2:25---een schriftgeleerde te ontdekken die Epaphroditus heette wat toevallig  exact dezelfde naam is  als die van de uitgever van de werken van Flavius Josephes. (  Hier kan men dan nog aan toevoegen dat Lucas een grote bewonderaar was van Paulus en twee van Paulus’ brieven  mogelijk door hem zijn geschreven daar ze geen overeenstemming in schrijfstijl vertonen met de overige brieven van Paulus  )
Al kunnen het natuurlijk twee verschillende mannen zijn geweest, de fascinerende mogelijkheid bestaat dat dit niet zo was. Mocht dit zo zijn, dan zijn er wel dermate veel mogelijkheden dat we ze nu maar beter kunnen laten voor wat ze zijn.

Nadat de echtscheiding was voltrokken mag men redelijkerwijs aannemen----door zijn afwezigheid in verdere gebeurtenissen----dat Jozef oftewel gestorven was of, waarschijnlijker,  voor een wat grotere afstand tussen hemzelf en de oorzaak van zijn onbeantwoorde liefde had gezorgd. Wat de reden dan ook mag zijn geweest, hij verdween. 
Wat zou Maria mogelijk hebben gedaan nu ze weer op haarzelf was?
De ‘git’  die door beide betrokkenen akkoord was bevonden  voorzag---en benadrukte twee maal----dat de schuldige partij  weer vrij was om te hertrouwen vanaf het moment dat de getuigen hun handtekening hadden geplaatst. Om de betreffende zin even te citeren die op Maria van toepassing was:
”…..welke man u ook begeert.” 
Daar ze met een kind zat is het dan niet waarschijnlijk dat zij zich naar die man zou wenden die hiervoor verantwoordelijk was?  En  er volgt dan een voorstelling die laat zien dat dit precies is wat ze zou doen!
Het mag dan misschien niet als een verrassing komen voor een Nieuwtestamentische  wetenschapper, het zal toch wel die Christenen weten te verbazen die niet op de hoogte zijn van de vroegere tradities wat betreft  de Heilige Familie, of de  strijd tot het bittere einde die zou worden uitgevochten door verscheidene groeperingen die  dit verhaal ondersteunden.
of datgene dat de man waarmee Maria onmiddellijk na haar scheiding zou trouwen eenvoudig geïdentificeerd kan worden omdat hij namelijk in de evangeliën wordt genoemd!!
Dezelfde Eusebius die wel  ‘de vader van de kerkelijke geschiedenis’   wordt genoemd----waarschijnlijk terecht want hij was tevens de man die 50 nieuwe kopieën van de evangeliën voor Constantijn zou vervaardigen---vertelt een merkwaardig verhaal waarover geen reden bestaat eraan te twijfelen.
Eusebius schrijft dat volgens een nog eerdere kerkhistoricus die Hegesippus heette---die in Jeruzalem leefde en Joods was----Jozef een broer had wiens naam Clophas of Cleophas was. Als men deze namen aan een onderzoek heeft onderworpen kan bewezen worden dat zij afgeleid zijn van het Aramese ‘Halphi’ wat we daarnaast ook weer in een andere naam terug kunnen vinden, namelijk Alpheus.

( staat ook in de encyclopedie van de Bijbel )

En Alpheus, moet men zich herinneren, wordt in de evangeliën genoemd als de vader van Jezus’ broers en zusters!!

 


 

 


 


Chaoskronieken: Home-Kronieken-Het Jezus testament-5/ 1ste echtscheing

4/ Familieschandaal Kronieken: 6/ Jezus' vader