11/ Was
Jezus getrouwd?
Origenes, de fameuze 3e eeuwse theoloog, las een
opmerking van St. Paulus iets te letterlijk en in een
opwelling van enthousiasme betreffende een permanent celibatair
leven nam hij een mes en castreerde hij zichzelf. Veel te laat zou hij
er echter achterkomen dat hij zo niets had opgelost, want de behoefte was
er nog steeds, hij had zich enkel maar ontdaan van de middelen om het te
bevredigen. De buitengewone actie van deze theoloog is natuurlijk wel
een extreem voorbeeld van de opmerkelijke walging van seks---in het
bijzonder heteroseksuele seks ( ?????????? voorzover wij weten heeft de kerk helemaal
niets op met homoseksualiteit dus waarom wordt hier het heteroseksuele
extra benadrukt? ) ----die door de kerk heen voerde
tijdens de golf van Maagdverering. Het was dermate gewenst Maria ver
boven alle andere vrouwen uit te laten steken dat men deze,
kleineerden en verguisden op de meest onterende en walgelijke
wijzen. Kwam eerst het mannelijk celibaat, uiteindelijk kwam ook
mannelijke maagdelijkheid niet enkel als gewenst maar als een
noodzakelijke staat waarin men moest verkeren als men in Christus
wenste te leven.
( Kerkvader Augustinus moet ooit eens hebben gezegd:"
Heer maak mij kuis, maar niet nu meteen." . Maar hij vormt een mooi
oorbeeld van hoe de mannen van de kerk hun opinie over vrouwen en
seksualiteit zouden wijzigen want de volgende uitspraak is ook van
hem:
“Niets haalt de mannelijke geest zo van zijn hoogten naar
beneden dan het liefkozen van een vrouw"
"Wij waren
namelijk allen in die ene mens, toen wij allen die ene waren, die in zonde
is gevallen door toedoen van een vrouw, die voor de zonde uit hem
was gemaakt" (Civitate Dei 13.14)
"Christus is zonder
vleselijke lust verwekt ontvangen; daarom is Hij ook gevrijwaard van
elke bevlekking der erfzonde" (Enchiridion ad Laurentium
13,41)
"De vrouw is
een mislukte man en bezit daarmee vergeleken een defecte en
foute natuur." (Albertus de Grote)
"De schoonheid van het lichaam zit slechts in de huid. Als de
man echter kon zien wat er onder de huid zit, zou de aanblik van een vrouw
hem doen walgen......... Als wij spuug of drek met geen vingertop aan
willen raken, hoe kunnen wij er dan naar verlangen deze zak vol drek
te omarmen?" (Odo van Cluny)
"Iedere vrouw is van
nature niet alleen gierig, maar ook afgunstig kwaadsprekend van haar
seksegenoten, hebzuchtig, de slavin van haar maag, labiel,
wispelturig in haar woorden, ongehoorzaam en recalcitrant, bevlekt
met de zonde van trots en begerig naar ijdele roem, leugenachtig, een
dronkaard, een wauwelaar die geen enkel geheim kan bewaren, die slechts op
wellust belust is, geneigd tot ieder kwaad en die de man nooit in haar
hart bemint." {Thomas van Aquino)
…….
Zo zouden de heren van de Christelijke kerk uiteindelijk
gaan denken over vrouwen en seksualiteit. En daar hadden ze een reden
voor, ze voelden zich bedreigd in hun bestaansrecht. Wat ze echter
niet wisten, of als ze het vermoedden weigerden te aanvaarden, was dat
datgene wat Jezus als Israëliet zijn volgelingen op
religieus gebied onderwees wel eens heel erg dicht bij die door hen zo
verfoeide seksualiteit kon hebben gezeten. De kerkvader Epiphanius citeert
uit een geschrift dat we niet meer kennen, maar zoiets als de
‘Wetenswaardigheden van Maria’ geheten moet hebben, waarin Jezus Maria
Magdalena inwijdt op een berg en haar laat zien dat de lichamelijke
gemeenschap het aardse beeld is van de hemelse eenwording Dat
zekere gnostische stromingen binnen het beginnende Christendom daar heel
anders overdachten dat die gefrustreerde kerkleiders moge duidelijk zijn.
Want deze zaten vaak in brieven naar elkaar af te geven op deze in hun
ogen ‘ketterse’ stromingen die er volgens hen volledige
orgies op na hielden. Resteert de vraag:” Hoe konden deze stromingen
uit de eerste eeuwen van het Christendom dit voor zichzelf verantwoorden
als het niet aan hen zo overlevert was door de eerste apostelen van Jezus?
En de overeenkomst met zekere Egyptische mystiek kan ook geen toeval
worden genoemd, veel van Jezus’ boodschap bevatte deze mystiek en
men mag niet vergeten dat dit zelfs bij Mozes al het geval was geweest. De
Israëlieten hadden deze traditie enkel beter weten te bewaren dan de
Judeeërs die afstamden van de eveneens zeer gefrustreerde ex Babylonische
ballingen. In ieder geval bestaat er zelfs een verhaal dat
volgelingen van de Broeder des Heeren, Jacobus, ook over uitermate losse
zeden beschikten voor Joodse maatstaven dan. )
Het
is alles bij elkaar beangstigend om de concepten te lezen van die
vroegere grootheden van de kerk, en zich te realiseren dat deze maar al te
duidelijk hun scheppers mentale en seksuele katers onthulden en hoe vaak
hun geesten zich in plaats van met Christelijke liefde zich met haat
bleken te hebben gevuld. Vaak waren het de ideeën van
deze mannen----alhoewel de meeste anderen juist een tegenovergesteld
karakter hadden----die de basis vormden van een daarop volgend dogma. Het
ging hierbij om veel geloof en weinig rede en dit vormt nog steeds
de ondraaglijke last van ongeloofwaardigheid voor de gelovigen van de
20ste eeuw. Het zijn twee van deze vrouwenhaters---als zij
al niet meer waren dan dat----de 2e eeuwse ketters Tatianus en
Basilides, aan wie we het te danken hebben dat Jezus nooit getrouwd zou
zijn geweest, al is dit historisch gezien volledig ongegronde en sociaal
en religieus gezien een onwaarschijnlijke gedachte. Het werd echter
wel vormgegeven in het dogma van zijn eeuwige maagdelijkheid. In
dezelfde tijd dat deze waanzin de kerk ontsproot zat hun tijdgenoot
Marcion af te geven op seks. Hij beperkte de sacramenten van de doop en de
eucharistie enkel maar tot maagden, weduwen en ‘getrouwde koppels
die samen ertoe besloten afstand te doen van hun huwelijkse
plichten’. Maar de gefrustreerde Marcion---die er persoonlijk
nooit aan toe zou geven----ging tot de uiterste grenzen van het geloof
door het huwelijk voor alle Christenen te verbieden. In zijn tijd had
moest men kiezen, getrouwd of Christen. Men kon niet beide
zijn! ( Marcion was een Griekse zeeman van
de kust van Turkije die daar zijn fortuin mee had verdiend en die vooral
veel waarde scheen te hechten aan de brieven van Paulus waar hij zijn
volledige zienswijze op zegde te baseren. Natuurlijk was zijn zienswijze
volledig ridicuul en zelfs de Rooms-katholieke kerk vond dit te vergaan
waardoor men hem en zijn volgelingen, de Marcionieten, als
‘ketters’ zou bestempelen. De Middeleeuwse sekte der Katharen zegt
men ook veel overeenkomsten toe met het Marcionitische gedachtegoed,
volgens kerkvaders in die tijd en moderne onderzoeker. Dit dient echter
wel meer genuanceerd te worden voordat men tot overhaaste conclusies komt,
de kardinale vraag is dan vooral waarom men die maagdelijkheid prees
binnen zekere ketterse sektes en waarom echtparen niet aan hun huwelijke
‘plichten’ mochten voldoen. De Katholieke kerk had namelijk
juist één plicht zonder aanpassingen uit het Judeese overtuigingen
overgenomen nen dat was het gebod van hun jaloerse en naijverige God:”Gaat
heen en vermenigvuldig u.” En het was nu juist DIT gegeven waar de meeste
‘ketterse’ groeperingen het niet eens waren in de eerste eeuwen van
de jaartelling. Natuurlijk is dit opmerkelijk, het wordt des te
opmerkelijker als men in ogenschouw neemt dat bijvoorbeeld de middeleeuwse
sekte der Katharen hun leer beschouwden als direct afkomstig van de
apostelen van Jezus Christus.En het waren juist deze katharen die tot
grote gruwel van de Rooms-katholieke kerk zich tot bedreven aborteurs
betoonden. De vraag is nu:” Waarom abortus als men geeneens seks mocht
hebben om sacramenten toegediend te krijgen?” Het heeft er eerder de
schijn van dat er hier sprake was van een Rooms-katholieke koppeling van
seksualiteit en kinderen baren. Maar dat het die ‘ketters’ heel ergens
anders om ging. Het was namelijk het kinderen baren waar ze absoluut tegen
gekant leken, het gebod van vermenigvuldiging wensten ze naast zich neer
te leggen maar zij zagen niet specifiek af van seksualiteit. Het
gegeven dat de zojuist genoemde katharen voor hun tijd over tamelijk
goedwerkende voorbehoedsmiddelen beschikten ondersteunt dit enkel maar.
Maar tijdens de uitgebreide opgravingen die men rond het gebied van de
Dode Zee heeft ondernomen zou men nog iets ontdekken wat de moeite van het
vermelden waard is een geitenblaas op wel zulks een wijze gevormd dat deze
enkel maar als vrouwencondoom kon hebben gediend, daar zijn de
wetenschappers het vandaag de dag toch wel over eens. Wat zeggen wil dat
er voor de jaartelling reeds een volk aan de Dode Zee woonde wat bewust
afzag van voortplanting!! En dat dan wel in een tijd dat men het over het
algemeen nog wel kon waarderen een medemens te zien omdat dit nog een veel
schaarser goed was. Nu men dit weet wordt het misschien tijd de
Soemerische scheppingsverhalen, waar de Oudtestamentische Genesis op is
gebaseerd, nog eens door te nemen om te begrijpen wat de mens volgens
degenen die in die tijd leefden eigenlijk was en waar ie voor was
voorbestemd.
Wat betreft de functie en de invloed van
Marcion op het Christelijke geloof dient nog wel even onderzocht te
worden in hoeverre het klopt wat de schrijver hier vertelt. Voorzover wij
weten is Marcion één van de eerste ketters waar de katholieke kerk juist
tegen van leer trok en had hij met zijn zienswijze verder geen invloed op
Rome. Natuurlijk zaten er wel weer veel overeenkomsten in was Marcion
mogelijk juist een geestelijke van zijn tijd die nog een stap verder in
vrouwenhaat en dergelijke wenste te gaan dan andere kerkvaders. Maar daar
zijn we niet zeker van en dit dient nog te worden uitgezocht
)
In latere eeuwen, zowel buigend voor de heersende wind als
het schijnbaar onvermijdelijke, ging de kerk wat soepeler om met Marcion’s
politiek----die de wereld uiteindelijk ontvolkt zou kunnen hebben----en
kwam er toe het huwelijk toe te staan voor de zwakken en het gepeupel en
het celibaat voor de sterken en daarom ‘heilige’ anderen. Dit
werd later natuurlijk veranderd in de eis dat de gelovige zou trouwen
terwijl er voor de geestelijken niets veranderde. Velen onder hen zullen
wel eelt op hun vingers hebben gekregen!
Wat het dogma van
Jezus’ eeuwige maagdelijkheid aan zou richten was meer dan enkel
maar het aspect van zijn historische leven verknoeien, het haalde hem
helemaal weg uit de Joodse wereld waarin ie leefde en vernietigde zijn
visum, het ontkende min of meer dat hij ooit als mens had bestaan.
Pure nonsens! Voor een heel belangrijk deel draait het Judaïsme juist
om het huwelijk. Het opofferen van de mannelijke voorhuid ( de besnijdenis van de mannelijke penis
)---wat Jezus ook zou ondergaan----was meer dan louter een verbond met
God, de duidelijke verwijzing naar seksualiteit van dit ritueel verwijst
naar een heilige belofte dat de mannelijke penis in dienst stond van God
om kinderen te verwekken. Of de kerk het nu leuk vindt of niet, dat was
het waar het tijdens Jezus’ besnijdenis op de achtste dag om draaide. Nog
niet tot spreken in staat offerde hij zijn voorhuid op in een heilige
belofte aan God, en als we de kerk mogen geloven brak hij die
belofte!
( Zie opmerkingen
hierboven. Jezus had wel een afwijkende visie op het rituele gebruik van
de besnijdenis, zoals overlevert zou worden in zekere gnostische
geschriften. Zijn leerlingen zeiden tot
hem: Heeft besnijdenis nut of niet? Hij zei tot hen:’ Als die nut
had zou hun Vader hen besneden uit hun moeder voortbrengen. Maar
de ware besnijdenis in de Geest, die heeft in elk opzicht
nut. Dit stamt uit
het evangelie volgens Thomas. Evenals daar de volgende frase te
vinden die aangeeft dat hij andere ideeën had over het gebod tot
vermenigvuldiging Een vrouw uit de menigte zei tot hem: Gezegend
is de schoot die u heeft gedragen en de borsten die u hebben
gevoed. Hij zei tegen haar: Gezegend zijn zij die het woord van de
Vader hebben gehoord en in waarheid hebben bewaard. Want er zullen
dagen komen waarop u zult zeggen: Gezegend de schoot die niet heeft
ontvangen en de borsten die niet hebben
gezoogd. Er kan niet genoeg worden
benadrukt dat Jezus etnisch geen Jood was, zoals men altijd weer aangeeft,
hij was Israëliet! Joden stamden zeker in die dagen per
definitie uit Judea en hadden een heel erg orthodoxe zienswijze op het
Hebreeuwse geloof waarmee ze terug waren gekomen uit de
Babylonische ballingschap. Daar hadden ze hun oudste
overleveringsverhalen, en die der Babyloniërs zij het aangepast, en
op schrift gezet. Er zijn dus voldoende afwijkende religieuze
zienswijzen tussen de inwoners van Judea en die der overige, Israëlische,
landstreken van Galilea, Idumea, Samaria en Moab.
)
In Jezus’ dagen was iedere Joodse vader gebonden aan de
Torah ( =
WET ) en de plichten die erin stonden; de
verplichtingen aan zijn zoon waren vijfvoudig: ”Hij moest hem besnijden,
hem verlossen, hem de Torah leren, hem een beroep bijbrengen en een
vrouw voor hem vinden.” Niet enkel was huwen legaal en sociaal gezien
vereist, er bewust vanaf zien werd als een vloek beschouwd en
kinderloosheid een teken dat God duidelijk ontstemd was. Daar een
jongen als man werd beschouwd als hij zo’n 13 jaar oud was werd er
van hem verwacht ergens tussen de 16 en de 20 jaar te gaan trouwen.
Als hij er echter niet in slaagde te trouwen dan zij de Heilige Ene:
”Laat hem rotten!” Dit was geen lichte vervloeking, een
ongetrouwde man was dermate zeldzaam dat hij doorgaans als zo vreemd
werd beschouwd dat men hem dan liever vermeed, en zo werd hij dan meestal
een verschoppeling. Daar hij zowel een product van die tijd was als
een man van het volk, is het ongelooflijk hoe men later een dogma wist te
ontwikkelen waarin Jezus’ seksualiteit zou worden ontkend, terwijl de
wetten en gebruiken van het land erop toezagen dat de seksualiteit
van een jeugdige op de eerste beste gelegenheid meteen op een juiste wijze
in gebruik werd genomen. En daar komt dan ook nog eens bij dat er
overvloedig bewijs bestaat dat Jezus daar geen uitzondering op
vormt.
Alhoewel de eerste dertig----of zelfs veertig-----jaren van
zijn leven wel blank lijken, wil dat nog niet zeggen dat er helemaal geen
belangrijk verslag bestaat over één van de hoofdgebeurtenissen uit die
tijd. Ondanks dat alle ‘wasmerken’ redactioneel volledig waren
verdwenen om de identiteit van de degenen om wie het ging te verbergen
waren de omstandigheden tijdens de bruiloft te Kana toch wel
dusdanig dat men er vol op kan vertrouwen dat de
bruidegom niemand anders dan Jezus zelf kan zijn geweest. Dat hij
inderdaad trouwde wordt eigenlijk al vrij duidelijk door de openbaring (
Lucas 8:2-3) dat hij door het land trok met een gevolg waaronder
‘enige vrouwen die genezen waren van
boze geesten en van ziekten; Maria, met den bijnaam van Magdala, van
wie zeven boze geesten waren uitgegaan, en Johanna, de vrouw van
Chuzas, den rentmeester van Herodes, en Suzanna en vele andere, die
hem dienden met wat zij bezaten.’ Botweg gesteld betekent deze frase dat Jezus en zijn
discipelen volledig financieel werden bijgestaan---en onderhouden---door
deze groep vrouwen waaronder dus die mysterieuze Suzanna, een weggelopen
vrouw die Johanna heette, en Maria die de Magdaleense werd genoemd en die,
volgens een hardnekkige traditie een hoer was----of ooit was geweest.
Deze totaal onterechte laster voor later bewarend moeten we nu even de
aandacht richten op het feit dat het juist dankzij deze groep is waardoor
men er zeker van kan zijn dat Jezus een getrouwd man was. Men
moet niet naar deze situatie kijken met in gedachte de 20ste
eeuw met haar seksuele vrijheden, maar vanuit het 1ste eeuwse
Joods-religieuze standpunt wat doordrong in iedere Jood, zijn
handelingen, gedachtes en woorden controleerde. Iets werd door de
Wet toegelaten of juist niet, en wat Jezus aan het doen was----als hij
ongetrouwd zou zijn geweest----was een schandaal, zo niet erger. Daar
hij zei dat hij niet was gekomen om de wet, waarvan geen ‘yod’
voorbij zou gaan, te veranderen maar die juist te volbrengen, kan
men het voor zeker aannemen dat hij niet enkel op de letter maar ook op de
geest van de Wet lette. Zij die Jezus als seksloze, maagdelijke
geestverschijning zien, waarin de doctrine hem heeft veranderd, vergeten
maar al te vaak dat hij geen seksuele onthouding predikte maar kuisheid en
het huwelijk met alles wat daarbij hoort. Hij was niet tegen seks, hij was
tegen het onwettelijke en onjuiste gebruik ervan.
( Zelf denken wij dat het nog wat
gecompliceerder ligt dan de schrijver hier uitdrukt. Waarschijnlijk had de
schrijver nog geen volledige kennis van de overleverde gnostische
evangeliën die uit de eerste eeuwen van de jaartelling stamde en waarin
Jezus’ overtuigingen wat betreft het huwelijk wat duidelijker naar voren
komen. Hij zag de gemeenschap van man en vrouw als een aardse afspiegeling
van hemelse eenheid en kende daar juist grote waarde aan toe. Hieronder
volgen wat van deze zienswijzen om het plaatje wat duidelijker te
krijgen. Ten eerste uit het evangelie volgens
Philippus:
“Bruidegom en bruid horen in het bruidsvertrek en
niemand zal bruidegom of bruid kunnen zien tenzij hij er zelf een
wordt.”
“Christus is gekomen om de scheiding, die in het begin
is ontstaan, weer ongedaan te maken, de twee weer te verenigen en
leven te geven aan hen die in de scheiding gestorven zijn, en hen
weer te verenigen. Want vrouw en man verenigen zich met elkaar in
het bruidsvertrek. En zij die zich in het bruidsvertrek hebben
verenigd, zullen niet meer van elkaar worden gescheiden”
“In
deze wereld is de vereniging er een van man en vrouw, waar kracht en
zwakheid samengaan. In eon (eeuwigheid) is de vorm van de vereniging
anders, maar we geven deze dezelfde naam…”
“Het mysterie van het huwelijk is groot. Want
zonder het huwelijk zou de wereld niet bestaan. Het bestaan van
de wereld berust op de mens en het bestaan van de mens berust op het
huwelijk. Heb weet van de onbevlekte gemeenschap, want deze heeft grote
macht. Haar beeld is dat van de lichamelijke bevlekking”
“Zo weet
niemand op welke dag man en vrouw zich met elkaar verenigen, behalve
zijzelf. Want het huwelijk in de wereld is een mysterie voor hen die
een vrouw genomen hebben. Als het huwelijk der bevlekking al verborgen
is, hoeveel te meer is dan het onbevlekte huwelijk een waarachtig
mysterie. Het is niet vleselijk maar zuiver. Het heeft niet te maken
met het donker van de nacht maar met de dag en het licht”
“Toen Eva
nog in Adam was, was er geen dood. Toen zij zich van hem
scheidde, ontstond de dood. Als zij weer in hem gaat en hij haar weer
in zich opneemt, zal er geen dood meer zijn.
“
En dan is er nog de
Egyptische Valentinus:
“Wie in de wereld is, maar niet van deze wereld, moet een
vrouw liefhebben om samen de eenwording te kunnen beleven; anders
handelt hij geestelijk niet juist en kan hij niet tot de Waarheid
komen.Maar een man van deze wereld ,die met een vrouw gemeenschap
heeft, zal op die manier de Waarheid niet ontdekken, omdat zijn
geslachtsleven uit louter begeerlijkheid
bestaat.”
Zelfs de evangelist Johannes weet in deze gnostische
geschriften ook niets van waarde toe te voegen aan dit
onderwerp:
“De Heer zei’ Niet allen
begrijpen het woord maar alleen degenen voor wie het bestemd is. Er
zijn eunuchen die uit het lichaam van hun moeder geboren zijn, en
er zijn eunuchen die gemaakt zijn door de mensen, en er zijn eunuchen
die zichzelf ontmand hebben ter wille van het koninkrijk der
hemelen.”
Maar ook de
gnosticus ontkwam niet geheel aan het cultuurbeeld van zijn tijd waarin de
vrouw een minderwaardige rol had ten opzichte van de man. Zo was er de
zoon van de gnosticus Karpocrates, Epiphanes,
schrijft:
“De rechtvaardigheid Gods betekent een gemeenschap in
gelijkheid…God heeft de bewerkster van de dag en de moeder van het licht,
de zon, gelijkelijk op aarde uitgestort voor allen die kunnen zien. En dat
geldt voor een ieder, omdat er geen onderscheidt is tussen rijken en
armen, heersers en onderdanen, simpelen en wijzen, mannen en vrouwen,
vrijen en slaven…Voor allen gemeenschappelijk heeft hij toch de wijnstok
die noch een mus, noch een dief weren, en ook het koren en de verder
vruchten. Maar het maken van wetten ( en loslaten van natuurrecht) van de
gemeenschappelijkheid en gelijkheid heeft diefstal van voedingsmiddelen en
vruchten teweeggebracht. Intussen heeft God, door alles voor de mens
gemeenschappelijk te maken, en het vrouwelijk en het mannelijke
gemeenschappelijk bijeen te brengen, en ook alle dieren op gelijke wijze
aaneen te hechten, de rechtvaardigheid doen kennen als
gemeenschappelijkheid met gelijkheid. Evenwel hebben diegenen die zo
ontstaan zijn hun oorsprong, de bijeenbrengende gemeenschappelijkheid,
verloochend en heet het:’ Wie met een vrouw trouwt heeft haar voor
zich zelf, terwijl toch een ieder met haar gemeenschap zou kunnen
hebben, zoals het ook met de overige levende wezens het geval is’ De
geslachtsdrift heeft Hij bij de mannen sterk ingeplant en heftig gemaakt
tot instandhouding van de soort; en geen wet of zede of wat er nog verder
is kan haar doen verdwijnen; het is immers Gods besluit…Vandaar dat het
ronduit belachelijk is van de wetgever te moeten
horen:
“ Gij zult
niet begeren.’ En nog veel belachelijker is het als hij er bij
zegt:‘de dingen van uw naaste’. Dezelfde God toch, die de begeerte
ingeblazen heeft om het nakomelingenschap in stand te houden, beveelt nu
dat zij teniet gedaan moet worden, terwijl Hij die begeerte aan geen
ander levend wezen ontneemt. Het belachelijkst is echter dat hij gezegd
heeft:’de vrouw van uw naaste’ waardoor hij de vrouw gedwongen
zou hebben het bezit van één man te zijn, in plaats van de hele
gemeenschap…” (Onderstreping door ons)
Jezus had in een aantal
opzichten ideeën die enigszins afweken van hoe de inwoners van Judea over
de wet dachten, wat echter niet inhield dat hij die wet als onbeduidend
naast zich neerlegde. Dat kon hij zich ook moeilijk permitteren als hij
volgelingen, ook onder de inwoners van Judea, wilde vergaren
wiens koning en Messias hij zich voorgenomen had te gaan
worden Alle nu volgende voorbeelden stammen uit het evangelie
volgens Thomas:
“Zijn
leerlingen vroegen hem en zeiden tot hem: Wilt u dat wij
vasten? En hoe zullen wij bidden en aalmoezen geven? En welke
voorschriften over het eten moeten wij in acht nemen? Jezus
zei: Lieg niet en doe niet wat je verfoeit, want voor de hemel
zijn alle dingen openbaar. Want er niets verborgen dat niet
openbaar zal worden, en er is niets bedekt dat niet zal worden
onthuld.”
“Jezus zei tot hen: Als jullie vasten, zullen
jullie zonde voor jezelf voortbrengen; en als jullie
bidden, zullen jullie worden veroordeeld; en als jullie aalmoezen
geven zullen jullie je geest schaden. En als jullie naar een land
gaan en door de streken reizen, en als men jullie daar
ontvangt: Eet dan wat zij jullie voortzetten en geneest de zieken
onder hen. Want wat jullie mond ingaat zal jullie niet onrein
maken, maar wat jullie mond uitgaat, dat zal jullie onrein maken.”
Hierin geeft Jezus duidelijk weer dat de Wet voor het
grootste deel uit het geweten
voorkomt.
“Jezus zei: Als jullie niet
vasten met betrekking tot de wereld, zullen jullie het Koninkrijk
niet vinden: als jullie de sabbat niet vieren als
sabbat, zullen jullie de Vader niet zien”
Duidelijk ging hij niet
volledig om de Joodse wetten
heen
“Jezus zei: De Farizeeërs en
de schriftgeleerden hebben de sleutels van de gnosis ontvangen en
verborgen Zelf zijn zij niet binnengegaan en hen die wilden
binnengaan, lieten zij niet toe Jullie echter, wees schrander als
slangen en onschuldig als
duiven”
“Zijn leerlingen zeiden tot hem: Wie bent u dat deze
dingen tegen ons zegt? Jezus zei tegen hen: Uit wat ik
zeg, beseffen jullie niet wie ik ben; maar jullie zijn
geworden als de joden; want die beminnen de boom en haten de
vrucht en zij beminnen de vrucht en haten de
boom.”
Uit deze zinsneden wordt dan wel weer duidelijk dat hij
niet geheel dezelfde opvattingen had als de inwoners van Judea, door hem
‘joden’ genoemd dus, waaruit enkel maar duidelijk kan blijken dat zijn
visie Israëlisch was en niet Judees!
“Jezus zei: Wie zijn vader en
moeder niet haat, zoals ik, kan voor mij geen leerling zijn; en
wie zijn vader en moeder niet liefheeft, zoals ik kan niet mijn
leerling zijn. Want mijn moeder(…), maar mijn ware
moeder gaf mij het
leven.”
Hieruit blijkt duidelijk dat hij meer in een androgyne
Godheid geloofde dan in een specifiek mannelijke, zoals de inwoners van
Judea deden. De religieuze overtuiging van Jezus blijkt hier duidelijk
Israëlisch door en meer in overeenstemming met dat geloof wat Mozes onder
de Hebreeën verspreidde, voordat het veel later door koning Josia en de
Babylonische ballingen zou worden
verminkt.
“Jezus zei: Wie de Vader
belastert, hem zal vergeven worden; en wie de Zoon belastert, hem
zal vergeven worden; maar hij die de Heilige Geest belastert, Hem
zal niet vergeven worden, noch op
aarde noch in de hemel..”
Zo krijgt men een beter
inzicht van hoe Jezus met de Torah omging..)
Zij die Jezus als de seksloze, maagdelijke
geestverschijning zien waarin de doctrine hem heeeft veranderd, vergeten
maar al te vaak dat hij geen seksuele onthouding predikte maar kuisheid en
het huwelijk met alles wat daarbij hoort. Hij was niet tegen seks, hij was
tegen het onwettelijke en onjuiste gebruik ervan.
Daar
hij echter in het intieme gezelschap was van deze groep
vrouwen----en de kerk ontkent dit niet-----dan moeten we dit als een
zekere garantie zien voor het feit dat hij niet enkel getrouwd was, maar
dat zijn vrouw ook nog eens deel uitmaakte van deze groep----wat dan
ook het geval was!
De ware betekenis van de bruiloft te Kana
kan men enkel maar doorzien als de zekere vreemde details eruit worden
gezift door een zeef van Joodse sociale en religieuze
gebruiken in dat tijdperk. Deze grote gebeurtenis die nooit
plaats zou hebben gevonden begint in Johannes 2:1-2 “En op den derde dag was er een bruiloft te Kana in
Galilea en de moeder van Jezus was daar, en zowel Jezus als zijn
discipelen waren naar deze bruiloft
geroepen.”
Wiens
huwelijk betrof het? Dat weten we niet omdat het ons niet wordt
verteld. Ondanks het verbazingwekkende feit dat Jezus’ moeder er de
gastvrouw was----en hierdoor wordt het zeker dat òf de bruid, òf de
bruidegom één van haar kinderen moet zijn geweest-----wordt het gelukkige
paar nooit geïdentificeerd. Waarom niet? Zelfs niet als de
ceremoniemeester----een soort van kelner, butler of leverancier van
versnaperingen-----de bruidegom complimenteert over de wijn, doet
deze zijn mond open. Evenmin, en dit moet men zich realiseren,
bekent hij dat Jezus eigenlijk de leverancier was geweest. Men zou
vanwege zijn zwijgzaamheid daarover juist een preek mogen verwachten wat
betreft de ondankbaarheid van de man. Echter prijst de ceremoniemeester de
bruidegom met de woorden: ”Gij
echter hebt den goede wijn tot dit ogenblik bewaard.” (Johannes
2:10) , wat duidelijk laat zien dat het de taak van de bruidegom was
om de wijn te leveren. Echter, in deze gebeurtenis was het niet enkel
Jezus die het aanleverde maar even duidelijk zijn moeder Maria die dit van
hem verwachtte. Waarom? Op wat voor bruiloft heeft een gast deze
verantwoordelijkheid? Jezus was duidelijk meer geweest dan enkel
maar een gast. ( Joodse wetten dienaangaande
waren zo strikt dat het volledig uit den boze was dat een ander, een
genode gast bv., zulke dingen deed. Diverse joodse historici hebben dit in
hedendaagse werken reeds bevestigd Gezra Vermes ea.) Zoals het verhaal wordt
verteld lijkt de evangelieschrijver de indruk te willen geven dat het
slechts een nederig plaatsje betrof en dat er slechts een handjevol gasten
betrokken waren. Hij noemt slechts Jezus en zijn moeder en, zonder hun
namen te noemen, heeft hij het over nog een twaalf lieden. Dit kon
dan niet enkel de anonieme bruid en bruidegom betreffen maar eveneens de
broers en zusters van Jezus. Informatie over dat laatste wordt ons
onthouden totdat het gezelschap terugkeert naar Capernaüm, maar het
verhaal doet dan gelijk veel meer dan enkel het aantal deelnemers met
minstens vijf toenemen, het voegt tevens een anders stuk bewijs toe dat
het huwelijk wel iemand uit Jezus’ familie moet hebben
betroffen. Natuurlijk wordt er nergens melding gemaakt van
Alpheus-Cleoophas-Klopas-Jacob, maar men mag ook niet anders
verwachten na zo’n ‘censuur’. Dat het echter niet een
nederige dorpsaangelegenheid betrof wordt al aangegeven door de
ceremoniemeester of leverancier, het zal eerder een groots feest met
toeters en bellen zijn geweest wat een enorm aantal gasten moet hebben
betroffen in een groot huis----misschien zelfs wel een paleis----waarin
men zo’n duizend gasten kon ontvangen.
Deze getallen worden
gerechtvaardigd door de hoeveelheid wijn die door Jezus werd geleverd door
een vaag ‘wonder’. Volgens het evangelie zei hij tegen de bedienden dat
zij zes vaten tot de rand met water moesten vullen, en dat veranderde hij
gelijk in wijn. Nu even elk commentaar op het ‘wonder’ of wat het dan ook
betrof nu achterwege latend----of zelfs de historische waarheid
ervan-----is onze aandacht gericht op die wijnvaten waarvan de
capaciteit-inhoud ons gegeven wordt als tussen de 2 en 4 firkins
elk-----een firkin is zo’n 40 en een halve liter. Als we het gemiddelde hiervan
houden op 2,5 firkin dan geeft een optelsommetje ons 6 vaten X
2,5 firkin = 15 firkin X 40,5 liter = 607,5 liter ….wat
gelijkwaardig is aan 810 moderne flessen rode wijn! En bedenk dan dat
dit slechts een toevoeging was aan wat er reeds was geschonken. Dat
was niet slechts voldoende om zo’n 750 nuchtere gasten
stomlazarus ( hihi ) te
krijgen maar aangezien velen louter een toost zullen hebben uitgebracht
was er waarschijnlijk voldoende voor zo’n 1000 stevige drinkebroers.
Het beeld van een nederig dorpsbruiloftje verdwijnt zo rap uit het
beeld.
Hoe kwam het dat Jezus met wel duizend gasten aanwezig zou
zijn op deze bruiloft van twee mensen die niet belangrijk genoeg waren om
te worden geïdentificeerd? Een bruiloft die werd gehouden in het hart van
Hasmonees terrein waarvoor hij zo’n 40 kilometer heuvelopwaarts moest
lopen om het te bereiken? Zoals het evangelie bericht werd Jezus ernaar
toe geroepen----iets om te onthouden-----onder erg vreemde
omstandigheden. Deze oproep werd aan hem bij het meer van Gennesareth
gebracht ( Het meer van Galilea )
door Nathanaël uit Kana en al hadden zij elkaar nooit eerder
ontmoet, zij herkenden elkaar meteen. Johannes 1:49-51 Nathanaël zeide tot hem:’Vanwaar kent gij mij?’
Jezus antwoordde en zeide tot hem:’Eer Philippus u riep, zag ik u onder
een vijgenboom ’Nathanaël antwoordde hem:’Rabbi, gij zijd de zoon van God,
gij zijt de Koning van Israël!’
Met ‘ zag ik u
onder een vijgenboom’ zinspeelt Jezus duidelijk op diens
gewoonte het ervan te nemen in een schaduwrijke tuin te Kana. En deze
opmerking geeft dan al het onweerlegbare feit weer dat Jezus in Kana geen
vreemde kon zijn, zoals Nathanaël’s daarop volgende woorden
wel laten zien door de verbazingwekkende verklaring: “ Gij zijd de Koning van Israël!”
Men moet hierbij opmerken dat Nathanaël Jezus geen ‘Koning van de
hemel’ of welk ander extravagant eufemisme dan ook noemt waarin
doorgaans door de auteurs van de evangeliën wordt voorzien, hij gaf
hem de duidelijke, onvergelijkbare, titel van ‘Koning van Israël’ wat
slechts een ding kan betekenen. Zeker als het door een man in Kana, de
stad der Hasmoneeën, wordt uitgesproken.
Het evangelieverhaal voert aan dat het Nathanaël was die
Jezus zijn ‘oproep’ bracht, al wordt het niet exact zo
overgebracht. Dat is niet zo belangrijk want, of het nu Nathanaël was die
het bracht of niet, Jezus was geroepen. Traditioneel wenst
men dit nu zo op te vatten als dat hij uitgenodigd was voor een
huwelijk maar dat was hij in feite dus niet! Hij was
geordonneerd op dit huwelijk te verschijnen,, en dat is een heel
ander geval. In die dagen was het gebruikelijk dat de datum voor het
‘nissu’in’ , of het formele huwelijk, werd bepaald tijdens de
verloving van het gelukkige paar. Omdat ze geen data voor de dagen van het
jaar hadden, de Joden berekenden de tijd namelijk door het aantal dagen
voor of na een zeker religieus feest----zoals Pasen. Daar het in
dit geval het begin van de lente betrof was het een populaire tijd…..en
dat is het nog steeds voor moderne bruiden. ( De schrijver voegt hier dan nog aan toe:”who now call
it Easter” maar daar dit in het Nederlands ook als ‘Pasen’
wordt vertaald had het geen zin om het nog te plaatsen. De naam eastern
komt echter van het Keltische Eostara wat een feest betrof waarin het
begin van de lente en de terugkeer van het leven werd gevierd. Men kan dus
wel begrijpen dat het bij de Kelten ook reeds een goede tijd was om
huwelijken te sluiten ) Als de bruidegom en bruid in
hetzelfde dorpje woonden dan was er maar weinig kans dat hij in de
gelegenheid zou zijn de snel naderbij komende datum te vergeten. Als hij
echter naar een andere stad of gebied was vertrokken om daar te werken, of
als hij de gewoonte had door het land te reizen----zoals Jezus deed----dan
was er het reële gevaar dat hij afgeleid zou worden en het hierdoor
zou vergeten, in werkelijkheid of slechts alsof. Daarom was het
een gebruik zo iemand een ‘oproep’ te sturen----mondeling of
op schrift----om hem te ordenen aanwezig te zijn op de afgesproken
datum.
Om kort te gaan, die mysterieuze bruiloft waar men Jezus
voor opriep….was die van hemzelf! En nu vallen ineens al die
mysterieuze stukjes op hun juiste plaats in de jig-saw puzzel. Het is nu
maar al te duidelijk waarom Maria ( Jezus’ maagdelijke moeder )
optrad als gastvrouw en waarom Jezus de wijn leverde. Toen de
ceremoniemeester op het feest de bruidegom feliciteerde met de goede wijn
toen bracht hij dus zijn lof uit naar Jezus die het compliment in
waardige stilte accepteerde. Het verklaart zelfs die enorme hoeveelheid
wijn, want als Jezus de bruidegom was, en de erfgenaam van de Hasmoneese
troon, is het waarschijnlijk dat alle hoofdmannen van de Joarib-clan met
hun echtgenotes aanwezig waren. De aanwezigheid van zijn broeders
wordt verklaard omdat zij, ook, zijn discipelen waren. Het was
gebruik dat de bruidegom met twee mannelijke getuigen aanwezig was. Daar
hij op dat moment slechts vier discipelen had---twee maal zoveel als het
aantal getuigen dat benodigd waren-----kan Jezus ertoe hebben
besloten alle vier als getuige te nemen om zo jaloezie te
vermijden.
Het is echter wel zo dat dit huwelijk waarschijnlijk in
werkelijkheid plaatsvond lang voordat hij er ook maar aan dacht om
één discipel te nemen, de mannen die hem begeleidden naar zijn huwelijk
zullen mogelijk eerder jeugdvrienden zijn geweest die later zijn
discipelen werden dan dat het latere volgelingen van hem
betrof. Wat de theorie dat Jezus de bruidegom was vooral
eindelijk en volledig weet te verklaren is het gegeven waarom de bruidegom
in het verhaal anoniem bleef. Er bestond de noodzaak het ‘wonder’ te
vermelden maar in verlegenheid gebracht door de verdere
omstandigheden loste de auteur van Johannes---of latere
redacteuren-----het probleem op door de identiteit van alle elementen te
verwijderen die het toen reeds gevormde beeld, van Jezus als de Hemelse
zoon van God die altijd maagdelijk was gebleven, konden verstoren. De
uiteindelijke nagel in de doodskist voor de absurde bewering dat Jezus
geen broeders of zusters zou hebben gehad wordt geleverd door deze
bruiloft. Daar het zeker was dat één van de kinderen van Maria erbij was
betrokken, als Jezus haar enige kind was dan moet hij sowieso wel de
bruidegom zijn geweest. ( noot van de
vertaler: Hier willen we even opmerken dat deze zin, die zo goed mogelijk
is vertaald als maar mogelijk was, behoorlijk verwarrend overkomt. We
begrijpen dat als hij GEEN broers en zusters zou hebben gehad , wat de
kerk beweert , hij enkel maar de bruidegom kan zijn geweest. Wat weer niet
wil zeggen dat hij dat NIET was als hij wel broeders en zusters zou hebben
gehad. ) Het laatste
vraagstuk gaat over de locatie van de bruiloft: “Waarom vond
het plaats te Kana in Galilea?” Jezus’ thuishaven was
Nazareth---als het had bestaan----of Capernaüm en de bruid kwam
zeker van geen van beide plaatsen vandaan. Dus waarom Kana? Men heeft
gesuggereerd dat de ceremonie daar plaats vond omdat het verplicht was
voor een erfgenaam van de Hasmoneese troon in het huwelijk te treden in de
tegenwoordigheid van de senioren van de clan waarvan Kana, natuurlijk, hun
feodale basis was. En de bruid, wie was zij?
Alle bewijzen in
aanmerking genomen die in het volgende hoofdstuk zullen volgen is het
moeilijk om haar niet als die vrouw te zien die in de evangeliën
voorkomt met drie identiteiten; namelijk als boetelinge, als Maria
van Bethanië en als Maria Magdalena, die door de katholieke kerk als één
en dezelfde worden beschouwd.
|