19/
De vlucht uit het graf
Zelfs de meest
enthousiaste evangelisten hebben zich nauwelijks kunnen voorstellen dat het Christendom zo’n
doorslaand succes zou worden en dat mensen erdoor uit hun bol zouden
gaan!
Laten we nu eerst eens
even volledig alle smerige daden opzij zetten, die welke door monsterlijke
Godsdienaren in de naam van Jezus Christus en in zijn Glorie met druipende
zwaarden en afschuwelijke vlammende lucifers zijn verricht. De harde feiten waar de kerk eens
stevig over na te denken heeft zijn deze:
Na zo’n slordige
negentienhonderd jaar van huis aan huis colportage is de belofte van een
Eeuwig Leven nog steeds
door niet meer dan
vijfentwintig procent van de wereldbevolking ‘gekocht’. Als men eerlijke antwoorden van de om en
nabij 800.000.000 mensen, die
aangeven Christenen te zijn,
zou eisen, zou men uitvinden dat slechts de helft van hen ernstige
en vrome gelovigen zijn die dagelijks de aan Christus toegeschreven
voorschriften naleven. De
anderen kan men het beste ‘volkstelling-Christenen’ noemen die zichzelf zo omschrijven
om een aantal verschillende vreemde redenen, waaronder ‘omdat je toch
iets moet zeggen’ en
‘Christendom is respectabel’
en ‘omdat het nu eenmaal zo hoort’!
Dan zijn er anderen die hun gebrek aan
geloof moeten uitleggen met vage antwoorden als: ‘Oh, dat weet ik
eigenlijk niet…!’ Maar zij
weten het wel, want de hoofdreden is dat zij niet kunnen en
willen geloven dat Jezus letterlijk opstond uit de dood.
Zoals de Engelse
theoloog J.S.Bezzant het zou brengen:”De wereldse visie van onopgeleide en
gesloten mensen zorgt er vaak voor dat zij bij het horen van een leven na
de dood het idee krijgen alsof hen de rechten van deze wereld worden
ontnomen. Dat zij hun cheques
bij de Bank des Hemels moeten incasseren terwijl men daarvan de kredietwaardigheid
ernstig in twijfel trekt.”
Ondanks dat meneer Bezzant de spijker wel precies op de kop heeft weten te
slaan blijft het vreemd dat
een theoloog meent te moeten
klagen over het onvermogen van de onwetende massa om het abstracte
concept, wat de theologie zelf
heeft uitgedacht, te bevatten. Want, zoals hij eveneens zou
schrijven:” Hemelse openbaring…suggereert dat mensen het kunnen ontvangen
en begrijpen zoals het is. Het is een fataal beletsel dat er Hemelse openbaring zou zijn wat
niet door de mensen zou kunnen worden begrepen. Een zogeheten openbaring
die onbegrijpelijk is, kan van alles zijn maar nooit een echte openbaring
.”
Datzelfde geldt dan
eveneens voor menselijke openbaringen mag men aannemen..
Alles bij elkaar
opgeteld lijkt het dan vreemd
dat Jezus er zelf schijnbaar geen moeite mee had begrepen te worden door
de eenvoudige, onnozele, Galileeërs.
Terwijl men in de
theologie Jezus
probeert te uit te leggen, wat eigenlijk niet nodig behoort te zijn
dan. Maar die theologen
blijken niet in staat te communiceren met de meeste Christenen
waardoor we kunnen gaan
vermoeden dat zij er eigenlijk ook maar weinig over afweten. Als mensen
niet in staat zijn te geloven dan komt dit niet zozeer door hun onvermogen
Jezus te begrijpen maar eerder doordat ze de theologen niet kunnen
begrijpen.
De werkelijke
geschiedenis van Jezus eindigde zeker bij de lege tombe. Al het overige, hoe hemels
geopenbaard en geïnspireerd dan ook, betreft theologische speculaties die
uitgedrukt worden in termen uit dat bovennatuurlijke anderland. Nadat de steen opzij was
gerold en de tombe leeg werd
gevonden trad theologie er naar binnen en heeft daar sindsdien verder
geleefd zonder huur te hoeven betalen.
Vanuit het beste adres
ter wereld-----# 1 Jeruzalem----zou een hele vloed aan esoterische
abstracte ideeën door de eeuwen heen verzonden gaan worden. Al bewerend het onverklaarbare te
verklaren, keerden zij eigenlijk enkel maar Jezus’ verzoek voor een nieuwe manier van leven voor
de levenden, om in een grabbelton vol vage beloftes voor degebeb die dood waren.
( Hier probeert de schrijver Jezus’ leven en acties volledig te
déspiritualiseren en dit is ons inziens niet terecht. Dat komt ook nog
genoeg tot uitdrukking in wat er na de kruisiging zou volgen. Al zou Jezus
na die kruisiging wel een heel andere rol gaan spelen waar naderhand nog
wel op wordt teruggekomen. )
Alle verdachte
cheques die geïnd zijn vanaf
de Bank van de Hemel zijn, indien ze niet een vervalsing van Gods naam
dragen, door de theologie van een wachtwoord voorzien.
Na negentien eeuwen lang
filosofische raadspelletjes te hebben gespeeld hebben de theologen alles
wel zo weten te verdraaien dat wat begon als een eenvoudige handeling tot
restauratie een gigantische puinhoop van pure leugens en verwarde
waarheden zou worden en waardoor een eenvoudig mens van die tijd niet
enkel een God zou worden maar ook nog eens de grootste saaie piet die de
wereld ooit heeft meegemaakt.
( De schrijver laat zich nu enigszins meeslepen
door zijn eigen betoog, naar aanleiding van zijn eigen onderzoek wat
louter de historische Jezus zou betreffen en niet de Jezus die spiritueel
leider was.. Met wat wijzelf inmiddels hebben weten te achterhalen door
middel van niet enkel dit boek maar ook de onderzoeken van vele anderen en
die van onszelf hebben wij duidelijk een dubbele agenda mogen vaststellen
bij Jezus. Een politieke en een religieuze agenda wat in die tijd bij de
Joden, en zeker bij de Hasmoneeën, de normaalste zaak van de wereld
was. Jezus zou zich echter
dermate van de heersende religieuze opvattingen van die tijd onderscheiden
dat zijn religieuze boodschap een langer leven beschoren zou zijn dan zijn
politieke aspiraties die allemaal tot mislukken gedoemd waren. Echter zijn
religieuze ideeën zouden voor een aardig deel worden verdraaid doordat de
niet helemaal begrijpende Europeanen, waar zijn religieuze boodschap
terecht kwam, hem meer aan een in die tijd bekende Joodse achtergrond
zouden gaan verbinden dan aan de Israëlische achtergrond die hij in
werkelijkheid had. Die volgelingen van Jezus die het meest waren ingewijd
in de religieuze zienswijze van Jezus zouden een minderheid blijven en
zijn Joodse volgelingen, die een heel ander doel hadden gediend, zouden
een grote invloed uit gaan oefenen op zijn religieuze nalatenschap die zij
nooit helemaal hadden begrepen.
Zij zouden het voor elkaar krijgen de evangeliën der ware ingewijde
apostelen op een zijspoor te zetten en zelfs uiteindelijk uit te
schakelen. Het Arianisme,
later meer hierover, zou zo’n laatste poging zijn Jezus te
demythologiseren maar deze
visie werd door de op dat moment al overheersende kerk van Rome volledig
onderdrukt. Laatste voorbeelden hiervan zijn de Katharen die beweerden de
werkelijke leer en levenswijze der apostelen na te leven.
Na Jezus kruisiging zou bij hem waarschijnlijk
de politieke kant van zijn missie een hoofdrol gaan spelen en zou hij de
religieuze kant meer aan zijn broer Jacobus overlaten, die zelfs hoofd van
de eerste ‘Christengemeente’ in Jeruzalem zou zijn geweest en misschien
wel Hogepriester en Zadok. Het begrip Zadok moet ook nog verder worden
uitgelegd later, dit betreft namelijk een niet meer bestaande vorm van
‘Tempeljodendom’ die na de
vernietiging van de Tempel en Jeruzalem ophield te bestaan en volledig zou
worden vervangen door de Farizeese versie van Jodendom waar de Sadduceeën
niet echt mee op goede voet hadden gestaan. Maar dan is het aardig zich te
realiseren dat Jezus evenmin goed met de Farizeeën overweg had gekund en
dan rijst de vraag in hoeverre dat wat Jezus, en later Jacobus, in zijn religieuze boodschap had
mogelijk niet meer overeenstemming heeft gehad met datgene wat de
Sadduceeën voorstonden. Bedenk dat de titel ‘zadok’, en de daarbij
behorende ‘zadokiten’, die stamde uit de tijd van een priester met die
naam/titel onder Salomo tot het Grieks zou worden verbasterd tot Sadduceeën . Jacobus had
waarschijnlijk de titel Zadok, die gelijk staat aan de ‘leraar der
rechtschapenheid’ en was dus op een zekere wijze Sadducees. En als die
Sadduceeërs in navolging van een priester onder Salomo stamden dan kan het
zijn dat zekere ideeën uit die tijd ook nog bestonden en dat de Jezusgroep
de wens koesterde die ideeën die waren verdwenen ten tijde van de
hervormingen onder koning Josia weer hernieuwd in te voeren, omdat die
meer overeenstemming hadden met het Israëlische en fundamentalistische
Hebreeuwse geloof. Een geloof waarin de Heilige Hoogte Bethel nog een
belangrijke rol had gespeeld. )
Vertel mensen dat Jezus
uit de dood zou zijn herrezen en later voor de verbaasde ogen der
discipelen lichamelijk ten hemel zou rijzen en u vertelt hen dan eigenlijk
geen twee wonderen die daadwerkelijk gebeurden maar u vertelt hen wat de
theologie zegt dat er is gebeurd. Zowel de Herrijzenis als de
Hemelvaart zijn verklaringen
van de theologie en geen geschiedkundige gebeurtenissen. En in die hoedanigheid is het net
zo waarschijnlijk dat het
waar is als dat het niet waar is.
Het is net zo waarschijnlijk dat zij gelijk hebben ---en misschien
nog wel minder----als dat ze er gelijk in dachten te hebben dat de aarde
plat was en het centrum van het universum. Als ze eenmaal het feit begrepen
hebben dat een lichaam een snelheid van zo’n 40.000 km/u moet aanhouden om aan de
zwaartekracht van de aarde te ontsnappen en ze hebben de Hemelvaart ook
nog overtroffen!!!
(
De schrijver houdt er een
volledig aardse zienswijze op na die in de tijd van Jezus volledig
ongebruikelijk was daar men in die tijd nog veel spiritueler was. Maar
zowel Jezus als vele van zijn tijdgenoten geloofden wel in andere
bestaansniveaus, ook wel dimensies genoemd, en de huidige wetenschappelijke
kwantumfysica heeft het bestaan hiervan min of meer al aan weten te tonen.
Dit zou gelijk vele ‘verschijningen’
van ‘goden’ van zekere
heidense volken kunnen verklaren en andere raadselachtige zaken die men tegenwoordig liever als
nonsens afdoet omdat men er nog geen goede verklaring voor heeft kunnen
vinden.
De schrijvers persoonlijke visie op de
spirituele boodschap van Jezus, en wat de theologen er volgens hem soms
van zouden hebben gemaakt,
doet geen afbreuk op de verdere verloop van het verhaal en de
mogelijke geloofwaardigheid ervan maar men dient wel rekening te houden
met de persoonlijke kijk van
de schrijver op het Christendom als geloof.. )
Misschien hebben
diegenen die niet willen geloven in de Herrijzenis wel gelijk
omdat---zoals men heeft gezien-----er meer redenen bestaan om eraan te
twijfelen dat het gebeurde dan dat er redenen bestaan om aan te nemen dat
het werkelijk gebeurde en, daar komt dan nog bij, dat dit al zo vanaf het
allereerste begin moet zijn geweest.
Toen zij die
zondagochtend vroeg de graftombe leeg zou vinden was Maria
Magdalena’s eerste
natuurlijke reactie te denken dat het grafmonument was leeggeroofd en dat Jezus’
lichaam was gestolen. Volledig geschokt rende zij naar Petrus en een
andere discipel ….
( een heel belangrijke andere discipel, namelijk de
auteur van het 4e
evangelie die Johannes wordt genoemd maar die enkel maar haar broer
Lazarus kan zijn geweest De auteur van het
vierde evangelie noemt geen enkele maal zijn eigen naam maar beschrijft
zichzelf wel uitdrukkelijk als de discipel die Jezus liefhad. Ons inziens
komen er dan maar twee voor in aanmerking die plaats in te nemen, De
eerste zou in principe Jezus vrouw Maria moeten zijn geweest die ook wel
de ‘apostel der apostelen’ werd genoemd en de tweede haar broer Lazarus
die uit den doden werd herrezen en als een soort verwijzing naar zijn
identiteit door de auteur van het vierde evangelie eveneens ‘de jongeling
die Jezus liefhad’ wordt genoemd!)
…om de lege tombe te
gaan zien.
Johannes
20:1-10
“En op den eersten dag der week ging Maria van Magdala vroeg, terwijl
het nog donker was, naar het graf en zij zag den steen van het graf
weggenomen. IJlings kwam zij dan bij Simon Petrus en bij den anderen
discipel die Jezus liefhad en zeide tot hem: ‘Zij hebben den here
weggenomen uit het graf en wij weten niet waar zij hem hebben neergelegd.
Petrus ging dan op weg en ook den anderen discipel en zij begaven zich
naar het graf; en die twee liepen samen snel voort; en de andere discipel
liep vooruit, sneller dan Petrus, en kwam het eerst aan bij het graf, en
zich voorover buigende zag hij de linnen windsels liggen; hij ging echter
niet naar binnen”
Zoals Johannes de scène
uitlegt hadden de mannen dezelfde mening als Maria:
“Simon Petrus dan kwam ook, hem volgende, en hij ging het graf binnen en
zag de windsels liggen, maar
den zweetdoek, die op zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de windsels
liggen, doch opgerold, terzijde op een andere plaats. Toen ging ook de
andere discipel, die het eerste aan het graf gekomen was, naar binnen, en
hij zag het en geloofde; want zij kenden de schrift nog niet, dat hij uit
de doden moest opstaan. De discipelen dan gingen weder naar huis."
En dat was dan
dat!
Wat Johannes hiermee
bedoelt te zeggen is dat het effect van het lege graf-------ongeacht de
oorzaak daarvan-----enkel met de woorden van de profetie konden worden
verklaard, wat er dan ook in
werkelijkheid was gebeurd.
( Het gnostische evangelie volgens Maria vult
trouwens aan hoe de andere discipelen verder zouden reageren en hoe erover
zou worden gepraat
“Zij echter waren bedroefd. Zij huilden heftig en
zeiden:
‘Hoe moeten we naar de heidenen gaan en het
evangelie van het
Koninkrijk van de Zoon van de Mens prediken? Als hij
al niet werd
gespaard, hoe zal men ons
sparen?’
Toen stond Maria Magdalena op en zij kuste hen allen
en zei tegen
haar broeders:’Huil niet, wees niet bedroefd en
twijfel niet, want zijn
genade zal geheel met jullie zijn en jullie behoeden.
Laten we liever
zijn grootheid prijzen, want hij heeft ons voorbereid
en ons tot mens
gemaakt’.
Toen
Maria dit zei richtte Zij hun harten op het
Goede.
En ze begonnen de woorden van de Verlosser te
bespreken.
Petrus zei tegen
Maria:
‘ zuster, we weten dat de Verlosser meer van jou
gehouden heeft dan van
andere vrouwen. Zeg ons de woorden van de Verlosser zoals jij je die
herinnert, die jij kent maar die wij niet kennen en
die we ook nog niet
hebben gehoord’”. )
Alhoewel de andere evangeliën Maria en zekere anderen het
graf niet leeg laten vinden, maar met op zijn minst één ‘engel’ binnen-----terwijl Jezus’ lichaam
weg was-----wordt het door Johannes vrij duidelijk uitgedrukt dat er geen
enkele gedachte in hun geest was
over een Herrijzenis
in wat voor vorm dan ook die de Joden kenden..
Lucas 24:2-8
Zij vonden den steen van het graf afgewenteld, en toen
zij er ingegaan waren, vonden zij het lichaam van den here Jezus
niet.
En het geschiedde terwijl zij daarover in
verlegenheid waren, dat zie twee mannen in een blinkend gewaad bij haar
stonden. En toen zij zeer verschrikt werden en haar aangezicht ter aarde
neigden zeiden deze tot haar:’Wat zoekt gij de levenden bij den doden? Hij
is hier niet maar hij is opgewekt’…………..Dit waren dan Maria van Magdala, en Johanna, en Maria (de
moeder) van Jacobus.”
Johannes 20:11-16
En Maria stond buiten dicht bij het
graf, wenende. Terwijl zij dan weende boog zij zich voorover naar het graf
en zij zag twee engelen zitten, in witte klederen, een aan het hoofdeinde
en een aan het voeteneinde, waar het lichaam van Jezus had gelegen. En zij
zeiden tot haar:’Vrouw, waarom weent gij?’ Zij zeide tot hen:’Omdat zij
mijn here weggenomen hebben en ik weet niet waar ze hem neergelegd
hebben.’ Na deze
woorden keerde zij zich om en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat
het Jezus was. Jezus zeide
tot haar:’ Vrouw, waarom weent gij? Wien zoekt gij?’ Zij meende dat het de
hovenier was en zeide tot hem:’Heer, als gij hem weggedragen hebt, zeg mij
dan, waar gij hem hebt neergelegd en ik zal hem wegnemen.’ Jezus zeide tot
haar:’Maria!’ Zij keerde zich om en zei tot hem in het Hebreeuws:
‘Rabboeni’, dat wil zeggen Meester!
Jezus zeide tot haar:’Houd mij niet vast!’ ( noli me tangere, oftewel raak me niet
aan )
Zelfs toen Maria later de ‘Herrezen’ Jezus ontmoette verwisselde ze hem
voor een tuinman, dus dat maakt overvloedig duidelijk dat zij en tenminste
twee andere discipelen de lege graftombe probeerden de te verklaren doordat iemand het lichaam had
gestolen.
Maar
Maria zou dat niet lang denken want op het moment dat zij Jezus herkende moet het voor
haar duidelijk zijn geworden dat er geen lichaam gestolen kon worden omdat
Jezus daar nu met haar stond
te praten----levend en adem halend-----wat inhield dat hij nooit dood was
geweest!
Laten we hier nu eens nader op in gaan. Maria was een Jodin
en haar geestelijke gedachten en reacties moeten absoluut geconditioneerd
zijn geweest door wat zij, als een Jodin, wist en waarin zij geloofde.
Zoals al eerder is uitgelegd, en waar niet genoeg de nadruk op kan worden
gelegd, hadden de Joden een erg duidelijk idee over herrijzen----zowel in
het algemeen, individueel als collectief----en waarvoor de dood zeker een
eerste vereiste omstandigheid is voor een ieder die wil kunnen herrijzen.
Behalve dan degenen die in leven waren op het moment dat het
gebeuren zou, want dan is het
’t vermijden of ontsnappen aan de dood die zo’n daad van individuele
verrijzing
kenmerkt.
Uit
het bewijs in de evangeliën blijkt dat Jezus perfect aan deze laatste
voorwaarden voldeed.
Daar
het Christelijke idee over Herrijzenis zoals Jezus het zou ondergaan
volledig vreemd was voor het Joodse geloof , en volledig het geesteskind
was van St. Paulus, ( Die daar verdomd goede redenen voor zou hebben
aan de hand van zijn eigen ervaringen met Jezus en waar Jezus mogelijk een
beetje misbruik van heeft gemaakt. Want Paulus zou, als lid van de
Tempelmilitie, zeker hebben afgeweten van Jezus’ kruisiging en vermeende
dood. Daar hij tijdens een latere jacht op Christenen ineens met Jezus zou
worden geconfronteerd die hem zou
vragen:
“Saul, Saul, Waarom vervolgt
gij mij?”
Hij sprak: ‘Wie zijd gij
Heer?’
Hij antwoordde:’Ik ben
Jezus, die gij vervolgt.”
Handelingen der Apostelen
9:4-6
Was het voor de te midden
onder de heidenen opgegroeide Paulus wel een daadwerkelijke verrijzing uit
de dood geweest)
… is
het vrijwel onmogelijk dat Maria of de discipelen zich voor konden
stellen dat de ‘herrezen’
Jezus iets anders had ondergaan dan de hiervoor genoemde Joodse individuele verrijzing, wat dan ook het geval
was! ( zie eerder verhaal over de
herrijzenis van Lazarus, vooral zoals die in het geheime evangelie volgens
Marcus staat )
Wat
de meeste sceptici zich niet
realiseren als zij het over de Herrijzenis hebben is dat het daadwerkelijk
gebeurde…..maar dan in een Joodse vorm. ( En wat dacht men dan van die vorm die ook
onder vele heidenen bekend
was en ook bij de Hebreeën bekend moet zijn geweest? Het betrof in die
gevallen, net als bij lazarus, om een doodgewone rituele
handeling)
Wat zij, die de
paulinische overtuiging aanhangen,
weigeren zich te realiseren als zij de lege graftombe aanduiden is
dat deze helemaal niet leeg was, en zelfs als hij dat was geweest, dan is
dat niet zo verwonderlijk omdat Jezus buiten stond en de ‘gol’ voor de ingang vandaan was
gerold.
En
wie waren die ‘engelen’ met
hun stralende gezichten en hun glimmende witte kleding? Daar we alle
bovennatuurlijke hocus-pocus
als louter nonsens afdoen kunnen we deze ‘engelen’ enkel maar zien
als mensen ( De schrijver vergeet nu dat
‘engelen’ voor de Joden eigenlijk ook mensen waren. Door God gezonden boodschappers! Hij legt de nadruk erop dat men
het vooral uit joods gezichtspunt van die tijd moet blijven zien maar nu
benadert hij de engelen vanuit een Christelijk gezichtspunt. Engelen waren
mensen die nader tot God stonden en in zekere zin bevoorrecht waren boven
de gewone sterveling.Maar Engelen konden zich zelf mengen met mensen
volgens de Joodse mythologie. )
Wat
voor mensen?
Aaan
de hand van hun glanzende witte kleding-------het normale nette habijt der
Essenen-----kunnen we deze mannen enkel maar als leden van deze sekte
beschouwen..
Er
lijkt nu niet langer twijfel
over te bestaan dat er een
plan moet hebben bestaan om Jezus van het kruis te redden,
waarschijnlijk op een soortgelijke manier als is aangehaald, en dat het daarvoor
noodzakelijk was dat er enige vorm van medische behandeling toegediend kon worden op het
moment dat de ernstig
mishandelde, verdoofde en zeker in een shock verkerende ‘koning der
Joden’ van het schavot werd
gehaald en de beslotenheid van de graftombe had bereikt.
Een
Romeinse arts zou een onmogelijk risico met zich mee hebben gebracht, de voor de deur staande Sabbath zou het iedere orthodoxe
Joodse arts hebben belet een
gekruisigde man aan te raken zonder zichzelf te verontreinigen, dus wat bleef er dan over?
Enkel de Essenen, waarvan enkelen onder hen bekendheid
genoten als uitstekende therapeuten,
hadden hun Paasmaaltijd reeds twee avonden daarvoor genuttigd en liepen daarom geen risico zich
te verontreinigen.
Men
mag aannemen dat de eerste van die engelen in wit reeds op vrijdag die gerieflijke
graftombe in waren gekropen terwijl de aandacht van de massa op het kruis was gericht.
Nadat zij de naakte Jezus snel in een laken hadden gewikkeld
droegen Jozef van Arimatea en Nicodemus hem de graftombe in, hem
vervolgens insmerend met mirre en aloë----zo’n 100 pond aan
gewicht-----en daarna vertrokken zij, de stenen ‘gol’ voor de
ingang rollend om deze te verzegelen en zo Jezus daar alleen
achterlatend……ware het niet dat zich daar een wachtende arts had verstopt.
Die
honderd pond aan gewicht van kruiden zit ons niet lekker. Dit betrof een
buitensporig grote hoeveelheid, die een grote zak volledig zou hebben
gevuld, en die door Nicodemus waarschijnlijk op de rug van een ezel daar
moet zijn gebracht.
Vanwege de absurde hoeveelheid hebben we misschien het recht de
mogelijkheid in overweging te nemen dat er nog andere dingen in die zak
waren verstopt onder een bovenste laag van kruiden, andere dingen die een
arts nodig zou kunnen hebben naast sandalen en een keurig glanzend wit
stralend gewaad wat benodigd
was om een naakte koning in een levende Esseen te veranderen.
Toen Maria bij het eerste licht van die zondag in de
‘lege’ graftombe keek, met Petrus aan haar zijde, waren
zij in staat een tamelijk nauwkeurige beschrijving te geven van de inhoud
ervan en in welke omstandigheid het zich bevond. Zij zagen de linnen
lijkwade liggen en het hoofddoek keurig opgevouwen. Het is merkwaardig dat
geen van hen beiden schijnbaar die honderd pond aan mirre en aloë zag. Niet op de stenen ligger en niet
over de vloer uitgestrooid.
Zo’n grote hoeveelheid kan men onmogelijk over het hoofd hebben
gezien…als het er ooit al was.
Toen Maria zich later zou vergissen door een man voor een tuinman aan te
zien en zich plotseling te realiseren dat het Jezus was, wat droeg hij
toen? Naakt was hij de tombe
in gegaan en tenzij iemand anders dan een zorgzame God, die overal aan denkt, hem van wat kleding had weten te
voorzien, zou hij naakt weer voor de dag zijn gekomen. Dus waar kwam dit
alles vandaan? Uit Nicodemus
zak vol cadeautjes?
Welke Jood die
bij zijn volle verstand is zou een dode man van kleding voorzien? Zodat
hij op een Christelijke wijze
zou kunnen verrijzen, wat voor hem onverwacht zou zijn en
onvoorstelbaar?
Maar als er een kleine kans bestond dat Jezus die wel eens
nodig zou kunnen hebben dan zou men die wel geleverd hebben…..wat het vrijwel zeker
maakt dat hij niet dood was toen hij van het kruis werd gehaald en dat dit
ook nooit de bedoeling was geweest.
Daar de evangeliën tamelijk eenvoudig vermelden dat de
herrezen Jezus van degelijk vlees en bloed was-----hij nodigde de
twijfelaars zelfs uit om hem aan te raken zodat zij het zelf konden
vaststellen, en at vast
voedsel------en toch zou hij
volledig een geestverschijning zijn die in staat was door solide muren te
‘zweven’ ? Waarom was dan de steen voor de ingang, die tevens de uitgang
was, weggerold? Omdat niemand erin zou kunnen komen als die steen ervoor
lag, en er zeker ook niemand uit kon komen. Als Jezus een
geestverschijning was geweest, met de mogelijkheid zich door stenen muren
heen te materialiseren, waarom was het dan nodig dat die stenen ‘gol’ werd verplaatst?
Gezond verstand zegt ons dat het vanaf de buitenkant
moest worden verplaatst
omdat, totdat dit het geval was, de twee levende mensen daarbinnen anders eenvoudigweg niet uit die
tombe konden ontsnappen. Degenen
die de steen verplaatsten waren mogelijk andere Essenen die in het
plan waren betrokken. Misschien kwamen zij pas later aan dan
oorspronkelijk de bedoeling was geweest…..of Maria kwam eerder dan
verwacht en zag zo wat ze eigenlijk niet had mogen zien.
( Maar zelfs dat hoeft niet helemaal zo te zijn.
Er zijn aanwijzingen dat Maria mogelijk heeft afgeweten van het hele plan,
dit blijkt wel door zekere uitlatingen van haar die eerder ritueel aan
doen dan dat ze spontaan door haar zouden zijn gezegd. Haar zin: “Mijn
Heer, zij hebben mijn Heer weggenomen en ik weet niet waar hij
is” komt eveneens voor in
het Egyptische verhaal van Isis. Daarnaast mag men niet vergeten dat ze een
soortgelijk ritueel al moet hebben gekend, bij de herrijzenis van haar
broer Lazarus )
Men zou haast het idee
krijgen dat als zij niet volkomen onverwacht zo vroeg was
aangekomen Jezus eenvoudig
verdwenen zou zijn geweest en iedereen in raadselen gehuld had
achtergelaten,. Of zij hadden simpel gedacht dat grafrovers aan het werk
waren geweest.
( Ook dit is weer tamelijk
onwaarschijnlijk als men de schrijvers advies opvolgt en het benadert
vanuit Joodse optiek. Een grafrover, die waarschijnlijk toch wel joods
moest zijn geweest dan, die met het aanbreken van Sabbath een graf zou
schenden? De enige zin waarop de schrijver zich baseert dat men aan
grafrovers denkt is die zin van Maria Magdalena waarin zij zegt dat
‘men’ haar ‘meester’ heeft weggehaald maar deze zin
stamt zo uit een Isiaans ritueel. Dit mag dus zeker niet letterlijk worden
genomen. ) Toen hij echter door zijn vrouw werd ontdekt,
precies op het moment dat hij in de ochtendmist van het laaggelegen Kidron
dal wou verdwijnen, kon hij
weinig anders doen dan improviseren. Eerst deed hij of hij de tuinman was
maar zijn grote liefde voor zijn vrouw bleek overheersender dan zijn
besluit simpelweg te
verdwijnen en het was op dat moment dat hij het hartverscheurende
‘Maria’ uitsprak!
Hierdoor gedwongen zijn plannen aan te passen, en zich
misschien wel veilig voelend in zijn vermomming---die heel goed ook het
afscheren van zijn baard kan hebben betroffen----( En dit zou dan gelijk weer de overtuiging van
enkele moslems verklaren die beweren dat Jezus helemaal geen baard zou
hebben gehad. Terwijl de volgens velen toch echte lijkwade van Turijn, evenals
diverse andere getuigenissen, toch wel duidelijk maken dat hij op zijn
minst op het bekende, openbare,
deel van zijn ‘missie’ een baard had. )
--besloot Jezus toch nog een keer zijn vrienden en discipelen
te ontmoeten voordat hij uiteindelijk zou verdwijnen.
( In ieder geval zou hij na
deze verdwijning zeker nog een keer met Paulus in contact treden. Verder
zou hij daarna vooral het religieuze deel van zijn ‘missie’ aan zijn broer Jacobus
overlaten. Al zou Paulus zich
hier tevens mee gaan bemoeien, al dan niet met instemming van Jezus. We
zijn geneigd dat laatste te geloven en misschien was het ook wel
noodzakelijk doordat Jacobus
zekere orthodox-joodse ideeën teveel vast bleef houden of doordat die hem werden
opgedrongen door andere fanatici als Petrus. Die eigenlijk meer een
politieke functie had gehad, als sterke rechterarm. Paulus zou in ieder
geval met Jacobus en Petrus in aanvaring gaan komen en al wil men zekere
Paulinische ideeën Jezus
juist niet
toeschrijven, er bestaan zekere gnostische teksten die het
tegendeel laten zien.
Die maken duidelijk dat
Paulus, als Hellenistische Jood, Jezus misschien in enkele religieuze
opzichten wel beter had begrepen dan figuren als Petrus. Wat betreft
Jacobus bestaan er ook diverse geruchten die het waard zijn nog nader onderzocht te worden,
aan de ene kant is er het
gerucht dat hij op het einde niet meer zo op goede voet met Jezus zou
hebben gestaan en aan de andere kant is er juist het verhaal dat de
discipelen onder Jacobus er rituelen op na zouden hebben gehouden die niet
orthodox Joods en evenmin Christelijk inde huidige betekenis daarvan
zouden zijn geweest!!
Voorts is men er zeker van dat Jacobus een
Ebioniet zou zijn geweest, dit is eveneens weer een Joodse religieuze
stroming. )
Na dit te hebben gedaan en maatregelen te hebben getroffen
voor Maria en Jezus bar Abbas-----voor zijn moeder had hij dit reeds
gedaan toen hij nog aan het kruis hing------stond hij een aantal door hem uitverkorenen toe hem een
eindje op zijn weg te begeleiden,
hij wisselde nog een aantal afscheidsgroeten uit…..daalde van de
heuvel af en verdween.
Als men dan in gdachte houdt dat hij met een groep Essenen
deelnam aan een Paasfeest in hun eigen kwartier van Jeruzalem en, zoals we
zeggen, door hen was geholpen met zijn succesvolle plan om het kruis te doorstaan, waar zou hij
mogelijk naartoe zijn gegaan nadat hij uit het gezichtsveld van zijn
discipelen was verdwenen?
Als men het dal van de Kidron waarin,
volgens ons, die graftombe nog steeds staat, volgt tot waar het de lagere
Kidron wordt die uiteindelijk naar het oosten afbuigt en een diepe
wadi wordt, dan zullen de kronkelingen en slingers die het
maakt iemand uiteindelijk uit doen komen bij de
westelijke oevers van de Dode Zee…..bij Qum Ran, de nederzetting van de
Essenen.
En daar, al is daar geen bewijs van-----tenzij het bestaat
inde schriftrol die door
Jezus van Gennesareth werd geschreven------zou de evangelische
Jezus, die de koning van
Israël was, de rest van zijn dagen doorbrengen. Mogelijk met zijn vrouw
Maria.
( Echter, als men daar dan
alle andere verhalen bijhaalt die net zoveel bestaansrecht hebben als de
evangeliën dan is dat laatste uiterst
onwaarschijnlijk te noemen.
Want het lijkt toch vrijwel zeker dat Maria Magdalena, die zwanger
was, samen met haar familie
naar Gallia Narbonensis aan de andere kant van de Middellandse zee zou
vertrekken. Een reis waar
lange tijd over zou worden gedaan en tijdens die reis zou haar dochter worden geboren die bij de
aankomst in Frankrijk net de tienerjaren zou hebben bereikt. Alhoewel
het natuurlijk tevens heel
goed mogelijk is dat zij hier reeds eerder arriveerden. Deze verhalen
sluiten in elk geval uit dat Maria bij Jezus in Israël zou zijn gebleven
en dat lijkt het minst waarschijnlijk als men ervan uitgaat in welk gevaar
zij daar zouden blijven.)
Misschien kenden slechts enkele intimi zijn geheim en misschien keek hij
in cynische stilte toe hoe
een man die Saul heette langzaam maar zeker zijn wonderbaarlijke ontsnapping
aan het kruis veranderde in een Herrijzenis en hierop verder ging door
zijn adembenemende,
maar volledig
heidense, ‘Jezus-concept’ te ontwikkelen van de Menselijke
verstandhouding tot God.
( Zie eerdere opmerkingen
die door ons zijn gemaakt hierover. De brieven van Paulus lijken door de gekozen
woorden aan te tonen dat Paulus Jezus werkelijk moet hebben ontmoet en
zowel de Handelingen als de brieven van Paulus geven aan dat Jezus hem
vertelde wat te doen. Dit
maakt het veel waarschijnlijker dat Jezus Paulus gebruikte, mede om nog
enige invloed uit te kunnen oefenen op het oorspronkelijke religieuze deel
van de missie waarin hij het oude geloof der Hebreeën, wat later enkel nog
door de Israëlieten hoog werd
gehouden, weer onder de bevolking van Israël probeerde te brengen.
Deze religieuze versie
beschikte echter over voldoende elementen die de orthodoxe
Judeeërs, oftewel de Joden,
en moderne Christenen ‘heidens’ zouden kunnen noemen. Al werd er in
die boodschap wel uitgegaan van één, zij het androgyne, God. )
En zo, als
een------ ‘ironisch genoeg----- Esseense monnik, kan Jezus mogelijk
perkamenten hebben beschreven
waarin de enige ware God----YHWH of Israël----werd geprezen.
Terwijl hij elders onderwijl langzaam in een Zoon van die God werd veranderd op een wijze die zijn Joodse ziel
tot in het diepste zou hebben geschokt.
( Men heeft tijdens studies
betreffende Qum Ran inmiddels al wel vast weten te stellen dat de meeste
van de daar gevonden schriftrollen er enkel maar zijn verborgen tijdens
de opstand, al zullen er heus wel zekere perkamenten schriftrollen ter
plaatse zijn geschreven.. De opinie dat de, ten onrechte vaak ‘monniken’
genoemde, inwoners van Qum
Ran al de gevonden geschriften zouden hebben geschreven baseert men
hoofdzakelijk op de gevonden ‘gemeenschapsregels’.. Maar zoals
eerder al is opgemerkt bestond de nederzetting te Qum Ran in die dagen al
niet meer uit lieden die puur het Esseense gedachtegoed aanhingen, dat
heeft archeologisch onderzoek aan weten te tonen. De inwoners van Qum Ran
bestonden in de dagen van Jezus eerder uit Zeloten die
mogelijk wel een aantal overeenkomsten hadden met de Essenen maar daar
tevens in een aantal essentiële opzichten van afweken! Wat de schrijver
over het ‘Zoon van God’ gegeven zegt, dit is mogelijk wel een toevoeging
van Paulus geweest waar Jezus het in zekere zin mee oneens zou kunnen zijn
geweest. Voor Jezus zelf waren alle mensen ‘Kinderen van god’ , ‘Weet u
niet dat U goden bent?’,
en hij noemde zichzelf
eerder ‘Mensenzoon’.)
En zo zouden de jaren kalmpjes voorbij strijken, totdat
fluisteringen in gemompel ontaardden wat uiteindelijk tot het brullen van
een volk in opstand werd.
Met het besluit er nog een laatste gooi naar te doen verzamelden de Hasmoneeën
zich met hun armzalige
leger en marcheerden hun lot tegemoet………….Masada.
Het jaar was 66 AD.
( Dan dient nog wel even
vermeld te worden dat de jaren niet
zo kalmpjes voorbij zouden strijken als de schrijver het voor doet
komen. De apostel Paulus zou op een zeker moment erop worden aangesproken
of hij niet die ‘Egyptenaar’
was die een groep
rebellen zou hebben aangevoerd tijdens zekere onlusten die enige tijd na
de kruisiging zouden hebben
plaatsgevonden. Paulus had dit toen ontkennend beantwoord met de opmerking
dat hij een Jood was uit Tarsus. Handelingen
21:37-40
De verwijzing ‘Egyptenaar’ kan echter op
verscheidene wijzen worden uitgelegd. In het Hebreeuws is dat
Mizraïm en vertoont zo wel enige overeenkomsten met Nosarii of
Nazreeër en dergelijke. Het is dus evengoed mogelijk dat Jezus in
die tijd weer een poging had ondernomen een rebellie te ontketenen, nu hij
de voorzegde ‘tekenen’ had
waarvan men had geprofeteerd
dat de Messias die zou hebben, namelijk wonden aan handen en
voeten, De Joods-Romeinse
geschiedschrijver Josephes vermeldt deze rebellie eveneens.Dat het echter
weer zou mislukken moge duidelijk zijn. )
|