Familie Zwart/Swart
De familie Zwart/ Swart leefde voornamelijk in
Egmond aan Zee,
geboortes,dopen,huwelijken en begrafenissen
gebeurden voornamelijk in dit dorpje aan de
zee,
tenzij anders aangegeven. Onder Egmond
aan Zee ‘vroeger’

Stamboom
van Jacob
Zwart
Jacob
Cornelisz Swart, geb omstreeks 1690 ovl. NN in Egmond aan
zee
huwde in 1754 met Aalbertje Ariens de Geus. dr.van Arie Cornelisz de Geus en
Ariaantje Leenderts en zij hadden minstens één zoon:
Cornelis Jacobsz Swart,geb1715,
huwde in 1732 met 1.
Ariaantje Hendriks Wijker,
geb.?
dr.van
Hendrik Joppen Wijker en Aaltje,
huwde op 4 Mei 1738, 2. Antje Ariens, ouders NN
huwde op 20 November 1763, 3. Jopje Jans Dekker
dr.van Jan Joppen Dekker en Pietertje Jans
Kinderen:
Jacob Cornelis Swart, geb
30-12-1732
Aaltje
31-12 1734,
Cornelis 27-8-1765 van Jopje
Jans
Jacob Cornelisz Swart,geb.30-December 1732/ovl 13 November 1780
huwde,07-05-1758, Grietje Jans
Kaars, ouders NN
kinderen: Andries,
05-10-1759,
Aagje, geb.
13-08-1761,
Aaltje Cornelis, NN
Andries Jacobszn Swart, geb 05 Oktober
1759, gedoopt 23 April 1760,
huwde NN
met
1.Aagje Maartens
Blok,
dr.
van Maartens Leenderts Blok en Neeltje Cornelis Posse of de
Zeeuw,
huwde weer op 29-6, 1805, 2.Klaasje Jans Duin, geb.
1777
dr. van Jan Duin en
Engeltje Klaas te Wijk (RK)
Jacob
Andriesz Swart, geb.11-30-1783
ovl.13-11-1846,
huwde 11-Juli 1807 met Trijntje Engels
Swart,14-1-1785
dr.van Engel Leendertsz Swart en Aagje Jans
Buys
kinderen:
Neeltje
09-10-1807,
Jan
19-9-1810,
Andries Jacobsz 1815
(
zie http://www.pinck.nl/
voor meer info over Egmonds
visserij)
Andries Jacobsz Zwart, geb.1815, ovl.?
gehuwd, 22-9-1839 met Aafje Boes, geb,1817 te Petten
dr.van.Jacob
Boes en Kaatje Moot
kind:
Engel
Zwart, geb 1850
huwde in .29-Juni-1873 met Jansje
Kok
geb.1849
dr.van Cornelis Kok en Annetje Visch
kind.
Jacob
Zwart geboren 31 Januari 1884, ovl ong. in 1939 in
Alkmaar
huwde in 1929 met
Adriana Zwart , geb. 28 Augustus 1908,
ovl 4 Januari 1992.
dr. van Kos Zwart en Guurtje Visser
kinderen
*Jansje, 10 Augustus
1930/0vl.7-10-1995
Engel, 1931-1990
Jacoba,1933-1991
Jennyfer,1935-1992
Jacob,1937-1993,
door familiebemoeienissen van een
‘oudere broer”,
werden haar 5 kinderen uit huis
geplaatst in
pleeggezinnen.
Na het overlijden van Jacob, waarschijnlijk met stroperijen in de
duinen door veldwachters vermoord,
vond Adriana haar geluk weer in Aris(mie)Zwaan, en huwde in 1946, hieruit 3
kinderen:
Neeltje 1947,gehuwd met Kos Zwart,
hieruit 3 kinderen
Annie 1949
?
Mietie 1951?
Jaan (Adriana) en Arie
Zwaan
===============================================================================================
Intermezzo
Zomaar een Egmonds verhaal in
dialect
Het dorp Egmond aan Zee, het
dialect (met
dank aan Digitale Bibliotheek Nederlandse
Letteren.)
In het algemeen wijkt overal de tongval der zeelieden
en visschers, der strandbewoners en eilanders, aanmerkelijk af van den
tongval der bewoners van het binnenland, der boeren en andere dorpers. De
levenswijze heeft grooten invloed op de taal uitgeoefend; gewoonlijk is de
taal der strandbewoners rijker in klanken dan die der binnenlanders; ze
spreken ook in den regel zangerig en laten de stem bij het einde van een
volzin weinig of niet dalen. Maar ook veel andere eigenaardigheden
onderscheiden overal de tongvallen der zeelieden van die der
binnenlanders. Vooral in Holland is dit onderscheid tusschen de uitspraak,
den tongval en den tongslag van de bewoners der zeedorpen, Egmond- en Wijk
aan zee, Zandvoort, Noordwijk- en Katwijk aan zee, Scheveningen, ter
Heide, enz. en die van de binnen de duinreeks wonende dorpelingen, zeer
sterk; zoo sterk, dat onwillekeurig de gedachte oprijst: zijn die bewoners
der hollandsche zeedorpen ook van een anderen stam dan die der
binnendorpen? En toch is dit niet zoo. Slechts onderscheiden de
hollandsche strandbewoners in hun tongval zich van hun binnen de duinen
wonende landslieden, door de algemeene eigenschappen van iedere zeetaal
(om 't zoo eens te noemen); zij het dan hier ook in zeer sterke mate. Zoo
is b.v. het niet en verkeerd uitspreken der h aan bijna alle
strandbewoners, ook in andere landen, eigen. Daarenboven is de tongval der
hollandsche zeedorpelingen zeer ouderwetsch en staat dus nader aan de
oorspronkelijke friesche stamtaal van de Hollanders. Behalve dat de beide
binnen de duinen liggende Egmonden, Egmond binnen en Egmond op den hoef,
zich nog eenigszins in den tongval hunner bewoners van de andere
kennemerlandsche dorpen onderscheiden, is het bovenstaande vooral ook van
toepassing op den tongval van het dorp Egmond aan zee. De zonderlinge
gewoonte om de h steeds op verkeerde plaats uit te spreken en te
verzwijgen, is onder de egmonder visschers sterk in zwang; niet minder
sterk dan onder de Flielanders. Maar ook buitendien heeft de tongval van
Egmond aan zee zeer veel
eigenaardigs.
De
gelijkenis van den verlorenen zoon in den
tongval van het dorp Egmond aan
Zee.
Medegedeeld door den heer A.J. Gantvoort, hoofdonderwijzer te
Egmond aan zee. November 1870.
(In nederlandsche spelling).
Deer was 'n man die adde twie
zeene.
De jongste van d'r zade tege z'n taat: taat!
geef main 't erfporsie dat ik ewe mot. Hen ai deelde z'n goed onger d'r
loi.
Hen 'n klaan taidje d'r nee, dee de jongste zeen alles
bai mekaar, hen ai gong nee 'n veer langd en deer eb ai alles rou
deer
ebrocht.
Hen toe ai halles verdeen adde, doe kwam deer 'n
groote ongersnood hin dat langd, hen ai begon harmoed te
laiën.
Hen ai gong nee ien van da boere van dat langd,
hen die stierden im hop zain langd hom hop de varkens te
passe.
Hen ai wou z'n boik vol ete mit 't voer van de
varkes, hen gien ien die gaf 't im.
Hen toe ai tot z'n agen kwam, zaad' ai: oe veel
volk van hongze taat ebbe raikelik d'r brood hen ik smoor van de
onger.
Hik zel hopraize en nee me taat gaan hen hik zel
tege 'm zegge: taat! hik ewe zongdigd tege hongs lieve Eer en tege
jou.
Hen hik ben niet waard hom je zeen enoemd te
wore; maak main has ien van je volk.
Hen ai rees hop hen gong nee z'n taat; hen toe
ai nog veer weg was, zag z'n taat 'm al en kreeg 'n boel meedooge
mit im; ai gong nee 'm toe hen zoengde
'm.
De zeen zade tege 'm: taat! hik ewe zongdigd
tege hongs lieve Eer hen tege jou, hen hik ben niet waard je zeen
enoemd te
wore.
Maar z'n taat zaide tege z'n volk: breng
prachtai 't zindagse pak hen trekt 't im an, hen geef im 'n ring an z'n
angd en skoene an z'n
biene.
Breng 't gemeeste kalf hen doodt 't; leet ongs
hete en blaid weze.
Wangt me zeen was dood hen ai his weer levend
ewore; ai was eweg, hen ai his weer evonge. Hen toe begonne
ze blaid te
wore.
Hen z'n ouste zeen was in 't langd, hen toe ai
bai 't ois kwam oord' ai raikelijk zinge en
dangse.
Toe roft' ai hien van 't volk bai im, hen i
vroeg: wat his d'r te doen?
Hen die knecht zade tege 'm: je broer his weer 't ois
ekomme, en je taat eb 't gemeeste kalf edood, omdat ai gezongd weerom
ekomme his.
Maar ai woorde kwaad hen wou niet hin ois komme;
hen toe gong z'n taat nee boite, hen smiekten
im.
Toe zaad' ai tege z'n taat: hik eb hal zoo lang
bai je diengd, hen haltaid edeen wat je zaad eb, hen je eb main nooit
geen
bokki egeve hom 'ris mit me makkers blaid te
weze.
Maar nou je zeen weerom ekomme his, die je goed
mit oere deer ebrocht eb, nou eb je voor im 't gemeeste kalf
edood.
Toe zade z'n taat tege 'm: kind! jai ben altaid
bai me, hen hal wat main his, his
jouë.
Maar nou motte we blaid hen vroolik weze; wangt
deze broer van je was dood hen ai his weer levend ewoorde;
hen ai was weg hen his weer evonge.
Aanteekeningen.
Zeene, zonen; zie vs. 11 bl. 24
II op seen.
Zade, zeide, komt overeen met het marker
zaad; zie vs. 12 bl. 59 II.
Taat,
vader; zie vs. 12 bl. 12 II.
Ewe,
hewe,
hebben. Zie vs. 17 bl. 56 II.
Onger, onder, door uitspraak der
n als ng (neusklank) en uitslijting der d. De n wordt meestal als ng
uitgesproken,
bv. langd, wangt, hongze, angd voor land,
want, onze, hand. Zie vs. 22 bl. 25 II.
D'rloi, henlieden, van heurluíden. Zie vs. 17 bl. 28 II op
'rlui.
Klaan, klein, even als op Marken;
zie vs. 12 bl. 59 II.
Eb, heb,
heeft.
Rou,
ruw, hier in de beteekenis van het friesche rij; zie vs 13 bl. 42
II.
Verdeen,
verdaan, van verdoen, doorbrengen.
Agen, eigen; zie vs. 12 bl. 59
II.
Prachtai, spoedig; de oorsprong van
dit vreemde woord, dat onder de egmonder visschers in
dagelijksch gebruik is, is mij
onbekend.
Zindagse, zondagsche; de beste kleeren
draagt men des zondags, vandaar: zondagsche kleeren; zon is in 't gewone
friesch tusschen Flie en Lauwers ook sinne of sin.
Skoene an z'n biene; zie vs. 22 bl. 28 II op
skoene.
Ewore,
geworden.
Eweg, weg; zie vs. 15 bl. 345
I.
Evonge,
woordelijk gevonden, voor gevongen; zie vs. 24 bl. 32 II
Einde
intermezzo
=======================================================================================
2e
deel ) Stamboom
Adriana
Zwart

Engel Swart, geb. ongeveer
1660, gehuwd
met NN
Bijna
elke man uit beide stambomen van Fauressa's grootouders, Jacob en
Adriana, waren
vissers of hadden op een andere manier hun werk op
het zeewater, sommigen konden
niet lezen of
schrijven,
Willem Engelsz. Swart geb. voor 1690, overl. voor 20-11-1748, huwde
voor
1708 Aalbertje Kosse, geb. voor 1690, overl. na 1736. Ouders
NN
Uit dit
huwelijk:
1. Cornelisje Willems, geb. voor 1710, overl. na
1754,
huwde voor
1731 met Huybert
Ariensz., geb. voor
1710, visser(stuurman 1748),
overl.
na 1755.
Ouders NN.
2. Engel Willemsz., ged.(rk) Alkmaar
23-5-1712,
3. Kos Willemsz., geb.
voor 1723,
4. Cornelis
Willemsz., geb. voor 1724,
5.
Kniertje Willems, ged. 21-11-1727, overl. na
17-6-1767
6. Trijntje Willems, ged. 20-3-1729.
Cornelis Willemsz. Swart, geb. voor 1724, overl. 5-1-1781,
huwde met
26-4-1744 Antje Cornelis
Sloot, geb. voor 1724, overl. 17-7-1795,
dr. van Cornelis Pietersz. Sloot, visser(stuurman 1732), en
Lijsbeth Engels Neef.
Uit dit
huwelijk:
1. Jan Cornelisz., ged.
10-6-1745.
2. Engel Cornelisz.
Zwart, ged.
17-9-1746,
3. Jacob Cornelisz.,
ged. 3-11-1747.
4. Lijsbeth Cornelis,
ged.
8-1-1749.
5. Aalbertje Cornelis,
ged.
30-6-1750.
6. Kos
Cornelisz., ged.
5-1-1754
Kos Cornelisz. Swart
ged.5-1-1754, visser,
overl. 13-3-1825,
huwde (1)
5-5-1776 met Lijsbeth Pieters Buys, ged. 20-11-1751, overl.
3-7-1796,
dr. van Pieter Aldertsz.
Buys en Antje Leenderts Blok.
Uit dit
huwelijk 3 jong
overleden kinderen
en:
1. Jan
Kosse, ged
2-9-1778,
2. Antje Kosse, ged. 10-2-1783, winkelierster, overl. na
1826.
3. Cornelis
Kosse Zwart, ged.20-1-1786,
4. Aafje
Kosse,
ged. 5-5-1788, overl. 3-6-1831,
huwde
24-4-1814 Louis
Joseph Jacobsz. Genet.
5. Pieter
Kosse, ged.
28-6-1791

Pieter Kosse Swart ged 28-6-1791, visser, overl. 24-8-1849 cholera,
huwde
30-10-1814 Hendrikje Cornelis Gouda, ged.(rk) Egmond binnen 22-8-1791
overl. 26-3-1836, dr. van
Cornelis Aalbertsz Gouda en Jobje Gerrits de Groot
Uit dit huwelijk:
Kos Zwart, geb.
24 Oktober 1815
gehuwd 22 Augustus met
Jansie Groen geb. 12 December
1818, 1841,
Uit dit
huwelijk minstens 2
kinderen:
1. Albert, geb. 8-5-1845,
visser, verdr. op zee 22-10-1879,
huwde 7-1-1872 met Albertje
Visser, geb.
20-1-1851, ovl. 7-4-1920,
dr. van Cornelis Visser en Neeltje
Gravemaker
2.
Reyer,
geb. 4-4-1849, visser, tr.(bs)
4-6-1876 Maartje
Prins, geb.
27-7-1851,
overl. 3-4-1925, dr. van Jacob
Prins, visser, en
Jannetje Groen.
uit dit
huwelijk:
Kos Zwart, geb.6 Oktober
1880
gehuwd 31-12-1902 met Guurtje Visser,geb.13
Oktober 1881,
dr van Gerrit Visser en Willempje Prins
uit dit
huwelijk:10 kinderen,
Reyer
Zwart
5Januari 1903
Gerrit
Zwart 25 april
1904
Albert
Zwart 9
September 1905
Wilhelmina
Zwart
23 Januari 1907
*Adriana
Zwart 28
Augustus 1908
Leentje
Zwart 8 maart
1910
Kos
Zwart 19
Augustus 1915
Jacob
Zwart 20
December 1917
Cornelis
Zwart 13 Juni
1923
Door de omstandigheden waar haar dochter
Adriana in verkeerde, buitenechtelijke relatie waaruit een dochter
voorkwam hadden Kos Zwart en Guurtje Visser deze dochter geëcht, Guurtje
Zwart
geb.29 Januari 1929. Jansje, de oudste dochter
van Adriana en Jacob staat er ook bij in het
document.

Adriana Zwart
geb 28 Augustus 1908 te Egmond aan
Zee,
ovl. 4 Januari 1992 begraven 7 Januari 1992.

was gehuwd met 1. Jacob Zwart
Uit
dit huwelijk 5 kinderen:
*Jansje, 10
Augustus 1930/0vl.7-10-1995
Engel, 1931-1990
Jacoba,1933-1991
Jennyfer,1935-1992
Jacob, 1937-1993
Door familiebemoeienissen van een
‘oudere broer”,werden haar 5 kinderen uit huis
geplaatst in
pleeggezinnen.
Na het overlijden van
Jacob,waarschijnlijk voor zijn stroperijen in
de duinen door opzichters vermoord, trouwde Adriana weer en
vond zij haar geluk in 1946 met Aris(mie)Zwaan,
uit dit huwelijk 3
kinderen:
Neeltje 1947,
gehuwd met Kos
Zwart,
hieruit 3
kinderen
Annie
1949?
Mietie 1951?

Jansje Zwart, geb. 10 Augustus 1930 te Egmond aan Zee, ovl. 7 Oktober
1995 te Lelystad,
huwde 3 Augustus 1950 te Amsterdam
met :
Minne Faber, geb. 6 Augustus 1924 te Amsterdam, ovl.
1 Februari 1982 te Zwolle,
zn van Willem Frederik Alexander Faber en Maria Elisabeth de
Blank
Uit dit huwelijk 5 kinderen:
zie
stamboom Familie Faber
de meeste derpers hadden een bijnaam dus
Adriana ook.
De tak van de stamboom waar Adriana
Zwart uitkwam, had in Egmond aan Zee de bijnaam de
Grut
Adriana werd dus op ‘derp’ Jaantje de Grut
genoemd.
===============================================================================
Oud Katholiek in Egmond aan zee:
Het kerkgebouw in de Voorstraat te
Egmond aan Zee
Geschiedenis
Als stichtingsjaar van Egmond aan Zee noemt men vaak
het jaar 977. Toen zou Walgerus, een hereboer uit Egmond-Binnen, tien
huizen aan de zee hebben laten timmeren. Deze huizen waren bestemd voor
een aantal arme gezinnen, die daar voor niets mochten wonen. Ze mochten vissen in de zee en de enige voorwaarde die
deze Walgerus stelde, was, dat ze tien procent van hun visvangst aan de
abdij in Egmond-Binnen zouden afstaan. Ter ere van de Heilige Agnes zou
Walgerus in 1036 een kapel hebben gesticht. In de loop der jaren zou deze
kapel uitgroeien tot een echt kerkje. Tijdens de Reformatie in de
zestiende eeuw werd het kerkje van de Heilige Agnes in gebruik genomen
voor de protestantse eredienst. In 1571 echter, landde een groep Geuzen op
de Egmondse kust. Onder aanvoering van Bartel Entes werd het kustdorp
geplunderd en vervolgens in brand gestoken. Ook de Sint Agneskerk werd een prooi der vlammen, maar gelukkig kon
de toren gered worden. Een geluk bij een ongeluk. Op de ruďnes van het afgebrande godshuis bouwde men
een nieuwe kerk, tegen de in stand gebleven toren aan. Dit kerkje was
echter drie maal zo klein als zijn voorganger. Blijkbaar waren de meeste dorpelingen niet overgegaan naar het
nieuwe, protestantse, geloof.
In de nacht van 24 op 25 december woedde een zware
storm in Noord-Holland. Toen de Egmonders de volgende dag gingen kijken
schrokken ze zich lam. De woeste zee had in de nacht de toren van de kerk
ondermijnd en er was nu een groot hol zichtbaar. Na deze gebeurtenis werd
een kustverdedigingswerk gemaakt van rijshout, maar op den duur mocht dat
niet baten. Vierentwintig jaar later, op 27 november 1741, werd de toren bijna in z'n geheel door wind en water
verwoest. In de daarop volgende jaren zou de zee steeds meer land winnen
op de Egmonders en vandaag de dag liggen de resten van de oude Agneskerk
een paar honderd meter voor de kust. Voor de protestantse gelovigen werd
in 1746 op kosten van de staat een nieuwe kerk gebouwd. Deze kerk is nog
steeds in gebruik.

Totdat in 1798 de volledige godsdienstvrijheid tot
stand kwam, waren de Egmondse oud-katholieken voor hun erediensten
aangewezen op een grote schuur, die was omgebouwd tot schuilkerk. In
hetzelfde jaar waarin de volledige godsdienstvrijheid werd uitgeroepen,
werd Glasbergen de nieuwe pastoor van de parochie. Ook kwam in 1798 de
fraaie preekstoel naar Egmond die in de huidige kerk nog steeds te
bewonderen is. Pastoor Glasbergen trof in het vissersdorpje een vervallen
schuilkerkje aan, dat des te meer opviel door haar prachtige preekstoel.
Men besloot een nieuwe kerk te bouwen in de Zuiderstraat. De eerste steen
voor dit nieuwe godshuis werd in 1801 gelegd. Dit eenvoudige kerkje werd
tot het eind van de negentiende eeuw gebruikt, maar toen werd het
ruimtegebrek, ontstaan door de sterke bevolkingsgroei, zo nijpend dat het
kerkbestuur zich met een verzoek om geld tot de staat richtte. De
Egmonders waren zelf namelijk zo arm, dat ze niet genoeg geld konden
opbrengen voor een nieuw kerkgebouw. Binnen drie weken kregen ze antwoord:
hun verzoek was afgewezen. In 1875 zat het de oud-katholieken in Egmond
eindelijk weer eens mee. In dat jaar stierf namelijk Maria Boutmij, die
haar vermogen, ter waarde van zo'n fl 30.000, naliet aan de parochie, voor
het bouwen van een nieuwe kerk. Met nog ruim fl 20.000 van andere
oud-katholieke parochies in Nederland kon de bouw beginnen en op 20 april
1885 legde pastoor Van Greuningen de eerste steen. De bouw verliep
voorspoedig en op woensdag 12 mei 1886 werd het kerkgebouw gewijd. De
volgende dag werd voor de eerste maal de mis opgedragen in het
splinternieuwe
kerkgebouw.
In het jaar 1911 vierde de parochie het zilveren
jubileum van het kerkgebouw en waren voor het eerst de drie
gebrandschilderde ramen achter het altaar te zien. Deze waren geschonken
door pastoor Van Vlijmen, als feestgeschenk voor het ' jarige'
kerkgebouw.
Parochie
Onze parochie bestaat vanaf het jaar 1036 en haar
leden hebben ononderbroken, door vele moeilijke tijden heen, van o.a. de
Reformatie in de 16de eeuw, het conflict over de macht in de kerk, de Paus
óf de gemeenschap der gelovigen, en de daaruit volgende breuk met de
Bisschop van Rome in de 18de eeuw, in tijden van oorlog en vrede, van
armoede en welvaart en in de huidige eeuw van ontkerkelijking, getuigenis
gegeven van de Heer van de kerk, Jezus Christus. Als oud-katholieke
christenen hebben wij een zeer speciale plaats in de familie der
kerkgenootschappen. Wij zijn katholiek, maar onafhankelijk van het
wereldwijde gezag van Paus van Rome; wij bewaren de traditie van de kerk
der eeuwen, maar laten het gezag van de Heilige Schrift boven die van de
traditie staan; wij zijn een bisschoppelijke kerk, maar met een synodale
en collegiale structuur die wijde zeggenschap en verantwoordelijkheid
geeft aan de gewone gelovigen, in het besturen van de kerk en in hun eigen
leven; wij leggen nadruk op het bewuste persoonlijke geloof van ieder lid,
maar doen dit binnen de gemeenschap van het volk van God dat samen Gods
goedheid viert in de liturgie en de sacramenten; wij behoren tot een zeer
kleine landskerk, maar zijn ook deel van de wereldomvattende keten van
onafhankelijke katholieke kerken door de Unie van Utrecht en vanwege onze
verbondenheid met de Anglikaanse kerkprovincies over de gehele
wereld.
Het kerkportaal
Het Kerkportaal Wie door de hoofdingang de kerk
binnenkomt, treft aan beide kanten van het kerkportaal een ingemetselde
steen aan. Het opschrift van de steen aan de linkerzijde luidt:
Op den 10 juny 1801 is de eerste steen gelegd van
de Roomsch Catolyke Kerk tot Egmond aan Zee van Dirk Engelen
Visbeen oud 88 jaar 11
maanden 1801
Deze steen getuigt van de 'eerste steenlegging' van
het kerkje in de Zuiderstraat. Een mooie herinnering aan het vroegere
kerkje, dat later is omgebouwd tot postkantoor en enkele jaren geleden is
afgebroken. Rechts herinnert een
gedenksteen aan 20 april 1885, de dag waarop door pastoor Van Greuningen,
onder het toeziend oog van architect W. Raman, de eerste steen voor het
huidige kerkgebouw werd gelegd. De beide op hout geschilderde panelen
met afbeeldingen van de abdij en het Slot op de Hoef herinneren aan de
rijke geschiedenis van Egmond. Links
achterin de kerk staat een luidklok op een houten gestel. Het opschrift
luidt:
Peeter van den Gheyn heeft mij gegoten int iaer
1634 Santa maria Ora Pro
Nobis
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaven de Duitse
bezetters opdracht om alle klokken in te zamelen en aan hen te
overhandigen, met het doel deze om te smelten. Zo werd ook deze klok aan boord van een binnenvaartschip geladen en
met nog andere klokken op transport gesteld. Op het IJsselmeer liet de schipper zijn lading echter zinken, zodat
de klokken na de oorlog weer opgevist konden worden. Zo kwam de klok weer
in bezit van de kerk. Helaas echter niet zonder te zijn aangetast door het
zeewater.
Het
Angelusklokje
Toevoeging over de
klok
De Sint Agneskerk bezit nog een opmerkelijke klok. Het
Angelusklokje uit 1385. In de Franse tijd (1795-1812) werd dit klokje door
de toenmalige pastoor aan een van de kerkmeesters in bewaring gegeven. Om
het klokje voor roof te vrijwaren heeft deze kerkmeester het begraven in
de duinen. Later werd het uitgegraven en
hing het jarenlang in de klokkenstoel op de oude pastorie aan de
Zuiderstraat. Bij de bouw van de tegenwoordige kerk werd dit luidklokje in
het kleine torentje boven het priesterkoor aangebracht. In de jaren zestig verkeerde het torentje echter in
een zodanig slechte staat dat het kerkbestuur besloot om het af te breken.
Geld voor onderhoud en renovatie ontbrak en pas bij de renovatie van de
kerk in 1986 is het opnieuw aangebracht. Nu bevindt het Angelusklokje
zich, na een flinke opknapbeurt, achter in de kerk. Daar wordt het elke
zondag gebruikt om de aanvang van de eredienst aan te geven.
De
preekstoel

De fraaie preekstoel, die uit eikenhout vervaardigd
is, kwam aan het eind van de achttiende eeuw in het bezit van de
Agneskerk. Toen kwam namelijk de
volledige godsdienstvrijheid tot stand en veel
(katholieke) parochies verwisselden hun provisorische
schuilkerkjes voor echte kerkgebouwen. Zo ook de parochie van de Heilige
Anna te Amsterdam, bijgenaamd 'De Pauw'. De preekstoel werd daar overbodig
en verhuisde naar Egmond. De kuip, versierd met beeltenissen van Petrus en
Paulus, wordt door een knielende engel gedragen. Links, aan de voet van de
trap, staat Mozes. Hij draagt in zijn handen een staf en de twee tafelen
der wet. Opvallend is dat bij de tien geboden een onderverdeling van drie
en zeven is gemaakt. Op de linker tafel staan drie geboden, op de rechter
zeven. Deze onderverdeling moet het verschil aangeven tussen de eerste
drie geboden over de verhouding van de mens tot God aan de ene kant en de
zeven geboden over de verhoudingen van mensen onderling aan de andere
kant. Verder is ook nog het klankbord het vermelden waard. Op de vier
hoeken staan engelen en te midden daarvan een engel in een wolk.
De altaarramen
Zoals ook al verteld wordt in de geschiedenis
van het kerkgebouw kreeg de Agneskerk in 1911 een bijzonder geschenk. Drie
gebrandschilderde ramen ontving zij tijdens de viering van haar 25-jarig
bestaan van pastoor Van Vlijmen. De ramen, vervaardigt in het atelier van
Louis Struys in Brussel, werden aangebracht in het priesterkoor.
Van links naar rechts worden afgebeeld: 'de Wonderbare
Visvangst', 'Petrus wandelend op het meer' en 'Storm op het
meer'.
Het
orgel

Toevoeging over het
orgel
Het oorspronkelijke orgel werd in 1873 gemaakt door de
Amsterdamse orgelbouwer Adema. In 1886 werd het instrument vanuit de oude
kerk aan de Zuiderstraat overgeplaatst naar het huidige kerkgebouw.
Vanwege de evacuatie van een gedeelte van Egmond aan Zee tijdens de Tweede
Wereldoorlog werd het orgel gedurende deze periode in Alkmaar opgeslagen.
Na de oorlog werd het orgel door de instrumentenmaker Sanders uit Utrecht
omgebouwd. Het vernieuwde orgel werd in 1951 in gebruik genomen en vertoonde
al meteen gebreken. Achteraf bleek dat Sanders o.a.
ernstig heeft geworsteld met de windtoevoer. Na de ombouw was de
oorspronkelijke winddruk met meer dan een derde verlaagd. Ook de sterk vertragende pneumatische tractuur tussen de
mechanische windladen en de elektrische speeltafel heeft nooit naar
behoren gefunctioneerd. Mede vanwege deze
tekortkomingen werd het orgel in 1986 gerestaureerd. De ambachtelijke orgelmakerij Pels & Van Leeuwen uit 's
Hertogenbosch kweet zich uitstekend van haar taak en vernieuwde o.a. de
windladen en de tractuur voor de toetsen. Ook werd de
oude winddruk en de oorspronkelijk intonatie hersteld.
(Met dank aan de Parochie St Agnes oud Katholieke Kerk van Egmond aan
Zee.)
Welkom! | Oud-Katholiek?, van de
website van de oud-katholieke kerk van
Nederland
In de bonte verschijningswereld van kerken en
geloofsgemeenschappen weten de meeste mensen wel het onderscheid tussen
katholieken en protestanten. Maar wat oud-katholieken zijn is voor velen
onbekend. Katholiek-zijn betekent in hun denken vaak: “rooms-katholiek
zijn, op bijzondere wijze verbonden met de paus van Rome”. Maar de
Oud-Katholieke Kerk is een katholieke kerk, die onafhankelijk van Rome
reeds drie eeuwen een zelfstandig leven kent. Een historische kerk met een
rijk erfgoed en een grote traditie.
Oud. Niet ouderwets In ons land een kleine kerk, maar internationaal
verbonden met een aantal eveneens onafhankelijke katholieke kerken, met
anglicanen en oosters- orthodoxen. De oud-katholieke kerk baseert zich op
de leer en het leven van de kerk van de eerste tien eeuwen. Zij heeft de
ontwikkeling binnen de rooms-katholieke kerk met een groeiend pauselijk
gezag afgewezen, maar heeft ook de beslissingen van de Reformatie niet
gevolgd. Vandaar de naam 'Oud-Katholiek'; 'oud' betekent hier niet
'ouderwets', maar: trouw aan de oorsprong.
Kennismaking Het is met een kerkgemeenschap als met een mens: die
leer je pas kennen in de omgang, en hoe meer je met hem of haar omgaat,
des te beter leer je elkaar kennen. Zo is het ook met de kerk en bovenal
met God. Ook God leren wij gaandeweg kennen en wij gaan begrijpen wie Hij
is, wanneer wij met Hem op weg durven te gaan. De kerk heeft geen ander
doel dan mensen te helpen met God op weg te gaan, in Hem te geloven, en
Hem én de mensen te dienen.
Ontstaansgeschiedenis De oud-katholieke kerk van Nederland heeft haar
zelfstandig bestaan niet te danken aan een afsplitsing, maar aan het feit,
dat in het begin van de 18e eeuw groepen katholieken zich verzetten tegen
de toenemende centralisatie van Rome. Tientallen jaren daarvoor was de
katholieke gemeenschap in ons land - die toch al een onderdrukt bestaan
leidde in de schuilkerken - onderling verscheurd door verdachtmakingen,
spanningen en ruzies. Het gaat te ver om hier uitvoerig uiteen te zetten
wat de precieze oorzaken waren van deze situatie. Voor ons is het van
belang te weten, dat in 1702 de toenmalige bisschop Petrus Codde op
onduidelijke gronden door Rome werd geschorst en later afgezet. Vele
priesters en gelovigen protesteerden tegen deze willekeurige daad, maar
zonder resultaat.
Bestuur van de kerk: centraal of
lokaal? Voor een goed begrip is het wel nodig te weten wat de
kern van het conflict was. Het had te maken met de volgende tegenstelling:
wordt de kerk bestuurd door de paus en de curie (waarbij de bisschoppen
slechts uitvoerders zijn van de centraal genomen besluiten), of moet
worden vastgehouden aan het oude stelsel, waarbij de bisschoppen tezamen
de kerk besturen - in nauwe verbinding met de priesters en diakens en de
gelovigen in de parochies. Tegen de centraliserende ontwikkeling binnen de
rooms-katholieke kerk in, hebben de Nederlandse katholieken, die uit de
gemeenschap met Rome werden gestoten, bewust willen vasthouden aan de
oud-kerkelijke opvattingen. Zij hebben door een voortgaande bezinning
steeds duidelijker willen teruggrijpen op het geloofsgoed en de
geloofspraktijk van de ongedeelde kerk van de eerste tien
eeuwen.
Bisschoppen Twintig jaar lang had de Nederlandse kerk na 1702 geen bisschop.
Buitenlandse bisschoppen, die bereid waren te helpen, werden onder zware
druk gezet door de Romeinse curie. In Nederland werden
de gelovigen voortdurend bedreigd met kerkelijke straffen, indien ze zich
niet onvoorwaardelijk zouden onderwerpen aan de eisen van Rome. Het
adviescollege van de bisschop, het kapittel van
Utrecht, had vanouds het recht een bisschop te
kiezen.
Bisschop
in de ban In 1723 ging het daartoe over en koos Cornelis
Steenoven tot aartsbisschop van Utrecht. Maar door die gebeurtenissen van
de voorgaande jaren was het aantal gelovigen, dat die stap wilde steunen,
sterk geslonken. De nieuwe bisschop werd met al zijn priesters en trouw
gebleven parochies door de paus in de ban gedaan en vanaf dat moment waren
er in ons land twee groepen katholieken, die kerkelijk gescheiden hun
eigen weg gingen.Nu zij los van Rome was gekomen kwam de Nederlandse
katholieke kerk na verloop van tijd vanzelf in contact met de
oosters-orthodoxe kerken en de anglicaanse kerken. Deze kerken baseren
zich immers, hoe verschillend ze ook mogen zijn in hun onderlinge
verschijningsvorm, op dezelfde geloofsbasis: de heilige schrift en de
overlevering, de kerk als geloofsgeheim, het apostolisch ambt en de
sacramenten en zij houden daarbij vast aan de oud-kerkelijke
bestuursstructuur. Toen aan het einde van de 19e eeuw deze contacten
werkelijkheid werden, stond de kleine groep Nederlandse oud-katholieken al
niet meer alleen.
1e Vaticaans concilie Tengevolge van het eerste Vaticaans concilie waren ook
elders onafhankelijke katholieke kerken ontstaan, die in contact stonden
met de Nederlandse kerk. In 1870 vond namelijk tijdens dat concilie de
dogmaverklaring van de pauselijke onfeilbaarheid plaats. Dit houdt in:
krachtens eigen gezag en niet krachtens instemming van de kerk kan de paus
van Rome als opvolger van Petrus een onfeilbare uitspraak doen in
geloofszaken. Iedere gelovige is dan verplicht deze uitspraak in geloof te
aanvaarden. Ook werd gesteld dat de opperste bestuursbevoegdheid in de
kerk berust bij de paus. De bisschop van Rome werd zó wereldbisschop: een
situatie die volgens de oud-katholieken nogal verschilt met het inzicht
van de oude kerk.
De Unie van Utrecht Vele katholieken in Duitsland, Zwitserland en andere
landen begrepen dit zeer wel en weigerden dit nieuwe dogma te aanvaarden.
Toen ze werden geëxcommuniceerd, organiseerden ze zich in noodbisdommen.
Spoedig deden ze een beroep op de Nederlandse bisschoppen die reeds lang
onafhankelijk waren van Rome, om hen bij te staan in de bediening van de
sacramenten en vooral om de wijding van hun gekozen bisschoppen te
verrichten. In 1889 sloten de bovengenoemde kerken, die zich oud-katholiek
noemden, met de Kerk van Nederland de Unie van Utrecht. Sindsdien is dit
verband uitgegroeid en omvat het een twaalftal landskerken in Europa, de
Verenigde Staten en Canada.
Oud-katholiek Met de naam 'oud-katholiek' willen zij uitdrukken, dat zij op de
oude, oorspronkelijke wijze katholiek willen zijn. Terugziende op 275 jaar
oud-katholieke geschiedenis kan men zeggen: wat uit de nood werd geboren,
is tot zegen geworden voor vele mensen. Dit is ook de
reden dat, hoewel de betrekkingen met Rome na het tweede Vaticaans
concilie verbeterd zijn, de oud-katholieke kerken niet zonder meer bereid
zijn hun zelfstandigheid op te geven. Daarvoor is er te veel gegroeid aan
diepe en waardevolle overtuigingen, die in het oecumenische gesprek
telkens weer van wezenlijke aard blijken te zijn en die kunnen aanvullen,
wat elders soms ontbreekt of uit het zicht is
verloren. |
Chaoskronieken: Home-Genealogie-Zwart/Swart
Geschiedenis Kronieken: Faber
|